Nederland in de rest van deze eeuw De grote problemen met klimaat, stikstof, woningbouw en energie zullen leiden tot grote ingrepen in het landschap.
Nu, in de jaren twintig, moet Nederland de knopen doorhakken voor de grote thema’s tot het jaar 2100 en verder, zei minister Mark Harbers (VVD, Infrastructuur en Waterstaat) deze week in de Tweede Kamer. Zoals wel of geen tweede kustlijn aanleggen, een hoge, brede dijk in zee als buffer tegen de zeespiegelstijging. Als we daar tenminste genoeg zand voor hebben, want ook de zee- en rivierdijken moeten worden versterkt.
„We weten van eerdere grote projecten in Nederland, de Zuiderzeewerken, de Deltawerken, dat die uiteindelijk van eerste plannen tot realisatie ook een jaar of tachtig hebben geduurd”, zei de minister.
Kan het kabinet dan niet wat meer haast maken, in plaats van onderzoek na onderzoek doen, vroegen ongeduldige Tweede Kamerfracties. De klimaatverandering en milieuvervuiling, maar ook de energiecrisis, woningnood en het fileprobleem lossen zich niet vanzelf op.
Het toont de frustratie over een regering die maar niet opschiet met ingrijpende, impopulaire ingrepen, in een tijd van politieke versplintering en fel maatschappelijk verzet.
Héél voorzichtig
Na een klein jaar begint het kabinet-Rutte IV nu héél voorzichtig aan die grote vraagstukken voor de toekomst. Vrijdag werd een dik pakket Kamerbrieven gepubliceerd: over stikstof en landbouw, het landelijke gebied en water en bodem.
In stapjes kondigt Rutte IV daarbij aan meer regie te nemen, omdat de grote vraagstukken centrale sturing vereisen. Geleidelijk wordt ook zichtbaar hoe ingrijpend de maatregelen worden voor hoe we wonen en leven, werken en bewegen.
Nederland strijdt al honderden jaren tegen „te veel water”, zei minister Harbers erover, maar de strijd tegen „te weinig water” komt daarbij. De voorraad zoetwater zal in de toekomst slinken, door meer droge zomers, de bevolkingsgroei van 17,5 miljoen naar bijna 19 miljoen inwoners in 2035 en economische ontwikkeling. Tegelijkertijd is er verzilting van oppervlakte- en grondwater door het stijgende peil van de zee, die dieper het land binnenkomt.