Kunst Musea hebben prachtige middelen in huis om de gevolgen van klimaatverandering inzichtelijk te maken voor een groot publiek. Laat ze minder terughoudend zijn, betoogt Meta Knol.
Terwijl overal ter wereld klimaatwetenschappers schijnbaar vruchteloos bij burgers, bedrijven, media en politiek op de deuren bonzen, zijn de plaktivisten van Extinction Rebellion en Just Stop Oil erin geslaagd om effectief het nieuws te kapen. Ze zijn al dagenlang trending topic in talkshows, kranten en social media, als resultaat van acties waarbij ze zichzelf vastplakken aan van alles en nog wat, maar ook aan beroemde schilderijen zoals de Zonnebloemen van Van Gogh en het Meisje met de parel van Vermeer. En dat mag niet.
Meta Knol is directeur van Leiden European City of Science 2022 en oud-directeur van Museum De Lakenhal.
Effectief is het wel, want de symboolwaarde van kunst is nu eenmaal bijzonder groot. Het wonderschone Meisje met de parel is niet alleen verschrikkelijk veel geld waard, het schilderij staat ook voor iets universeels: het wordt gezien als het summum van schoonheid. In de loop der eeuwen verwierf het onder kenners al een mythische status, maar door de rol die het speelt in onze moderne massacultuur werd het gekatapulteerd tot wereldberoemd icoon. Tegelijkertijd blijft het schilderij als origineel object nog even weergaloos, kwetsbaar en onvervangbaar als voorheen. En dat weten ze in het Mauritshuis, waar het sinds 1902 te zien is, maar al te goed.
Prachtige symbolen in huis
Als rentmeesters van kwetsbaar erfgoed en als specialisten in het leggen van verbanden tussen heden, verleden en toekomst hebben musea prachtige middelen, symbolen en metaforen in huis om de gevolgen van klimaatverandering inzichtelijk te maken voor een groot en divers publiek. Toch zijn ze daarin terughoudend. Musea zijn meesters in het cultiveren van voorzichtigheid. Ze kijken liever terug dan vooruit, en het belang om voldoende bezoekersaantallen te halen zet een effectieve rem op het uitproberen van nieuwe wegen.
Een goed voorbeeld is Naturalis in Leiden. Terwijl het zich als wetenschappelijk instituut elke dag bezig houdt met biodiversiteit, worden kritische geluiden over het verdwijnen daarvan in de museumomgeving zorgvuldig geweerd. De natuur wordt er gepresenteerd als een prachtige, wondere wereld, want het moet allemaal wel leuk blijven.
Of neem het Mauritshuis. Zou dat niet in gesprek kunnen gaan met vertegenwoordigers van Extinction Rebellion? Want we kunnen, om Greta Thunberg te parafraseren, de toekomst wel slaapwandelend tegemoet gaan, maar daar schieten we ook niet veel mee op. We moeten allemaal aan de bak met die systeemverandering, ook musea. Zij kunnen op genuanceerde, aansprekende manieren de toekomst agenderen en daarmee een groot publiek bereiken. Is het tijd voor een gezonde portie museaal activisme?