Waarom de ene kwetsbare buurt steun krijgt voor verbetering van de leefbaarheid en de andere niet

In Rotterdam’s Zuidplein” by Yoav Lerman is licensed under CC BY-NC-SA 2.0

Bijna de helft van de kwetsbare buurten in Nederland krijgt geen extra geld om het leven van de 850.000 inwoners te verbeteren, blijkt uit een analyse van NRC.

Leefbaarometer

In totaal profiteren ongeveer tweehonderd van de meest kwetsbare buurten van dit Nationale Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV), blijkt uit een analyse van NRC. Dat is ongeveer 40 procent van de bijna vijfhonderd buurten die langdurig slecht scoren in de zogeheten Leefbaarometer van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De Leefbaarometer geeft op basis van verschillende cijfers een indicatie van de leefbaarheid van een wijk of buurt. Dit betekent ook dat 287 kwetsbare buurten, goed voor 60 procent van de structureel kwetsbare buurten, géén extra geld krijgen om het leven van hun 850.000 inwoners te verbeteren.

NRC schreef eerder over Schiebroek-Zuid in Rotterdam, een kwetsbaar gebied dat ondanks grote problemen geen extra geld krijgt. Schiebroek-Zuid staat niet als probleembuurt in de statistieken doordat het in een groter gebied ligt dat wel voldoende scoort op leefbaarheid. NRC is op zoek gegaan naar andere kwetsbare buurten die buiten de boot vallen bij de verdeling van geld. Hiervoor zijn langdurig kwetsbare buurten vergeleken met de gebieden uit het landelijke steunprogramma.

Het onderzoek leert dat een kwart van de bijna vijfhonderd kwetsbaarste buurten te vinden is in de vier grote steden. Van deze 122 buurten krijgt 40 procent geen extra geld van het Rijk, blijkt uit de berekeningen. In Rotterdam geldt dat voor ruim een derde van de 22 kwetsbare buurten in de stad, in Amsterdam voor een kwart van de 58 buurten, in Utrecht voor de helft van de 16 buurten en in Den Haag voor 60 procent van de 26. Van de 366 meest kwetsbare buurten die niet in de vier grote steden liggen, krijgt tweederde geen extra steun.

Matthijs Uyterlinde onderzoeker Verwey-Jonker Instituut

Deze ongelijke behandeling komt vooral doordat de subsidiepotten niet oneindig groot zijn.[…]

De buurten die afvallen hebben vooral pech gehad. Nogal wat van deze buurten worden moeten concurreren met buurten in de stad of regio, waar het nog slechter gaat. Dan zijn er buurten die te versnipperd liggen binnen de gemeente en simpelweg verdwijnen in de statistieken. Ten slotte ligt een deel van de buurten in steden die te klein zijn voor omvangrijke steunprogramma’s. Een concentratie van kwetsbare buurten in grote steden valt op, kleine gebieden met vergelijkbare problemen niet. Hieronder de afvallers in drie categorieën, die elkaar deels overlappen.