Greenpeace wint belangrijke stikstofzaak voor herstel van kwetsbare natuur in 2030

Arctic Sunrise” by Rozpravka is licensed under CC BY-SA 3.0

Binnen het kabinet en de overheid waren vooraf al grote zorgen over de uitspraak. De Staat staat nu voor forse ingrepen om stikstof te reduceren, met aanzienlijke gevolgen voor de veehouderij, bouw en industrie.

Greenpeace heeft een belangrijke stikstofrechtszaak tegen de Staat der Nederlanden grotendeels gewonnen. Met het huidige stikstofbeleid handelt de Staat „onrechtmatig” jegens Greenpeace, wegens de voortgaande natuurverslechtering. Het kabinet-Schoof moet de komende vijf jaar grote ingrepen doen om het wettelijke stikstofdoel alsnog te behalen: de helft van de stikstofgevoelige natuur (Natura 2000-gebieden) moet uiterlijk in 2030 voldoende hersteld zijn.

Dat blijkt uit de zeer kritische uitspraak die woensdagochtend is voorgelezen in de rechtbank Den Haag. De rechter legt de Staat een dwangsom van 10 miljoen euro op, als de Staat in gebreke blijft en het stikstofdoel niet haalt. De Staat heeft de mogelijkheid om in beroep en in cassatie te gaan, maar moet van de rechtbank wel direct aan de slag met de uitvoering van de beslissing.

De uitspraak is een grote klap voor het rechtse kabinet van PVV, NSC, VVD en BBB, dat de lopende stikstofaanpak juist wilde omgooien. Met name BBB, dat het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) in handen heeft, vindt de stikstofaanpak uit balans en noemt deze een „kruistocht” tegen bedrijven en sectoren.

De rechtbank hekelde het afschaffen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) van het vorige kabinet-Rutte IV, wat juist was gericht op grootschalig natuurherstel tot 2035. De rechtbank heeft de „stellige indruk” dat dit kabinet „een stap terug” wil doen, mede door het schrappen van het ‘Transitiefonds’ voor het landelijk gebied van oorspronkelijk 24,3 miljard euro. Tijdens de formatie is dit bedrag teruggebracht naar 5 miljard euro, plus 500 miljoen euro per jaar voor ‘agrarisch natuurbeheer’ door boeren.

De Rechtbank Den Haag zei voorafgaand aan haar conclusie dat het niet aan rechters is om politieke keuzes voor te schrijven, maar dat zij verschillende maatschappelijke belangen moeten afwegen. Enerzijds gaat het om de staat van de natuur, anderzijds om bijvoorbeeld agrarische belangen, de energietransitie en woningbouw. Daarbij moeten rechters wel afwegen of de overheid binnen de grenzen van het recht blijft.