‘Het is nu óf landbouw óf natuur. Maar juist daartussenin ligt de winst’
Stikstof, water, klimaat: problemen te over in de landbouw. Hoogleraar Hens Runhaar verbaast zich over het gebrek aan gevoel voor urgentie bij bestuurders en politici. ‘Ze steken de kop in het zand, er verandert niets.’
[…] Deze ‘prachtige en raadselachtige schepsels’, zoals Runhaar dassen noemt, voelen zich uitstekend thuis op het grensvlak tussen boerenland en natuur. Juist op hoogproductief grasland, dat regelmatig wordt bemest en gemaaid, vinden ze veel voedsel. ‘Hun dieet bestaat vooral uit regenwormen die ze vinden op grasland, en, in het najaar, maïs.’
Dat grensvlak tussen landbouw en natuur is ook het onderzoeksveld van Runhaar. De nieuwe hoogleraar ‘Beleid en sturing voor duurzame voedselsystemen’ aan de Universiteit Utrecht spreekt vrijdag zijn oratie uit. Daarin zet hij uiteen waar de overheid en andere partijen nu tekortschieten – en hoe ze een duurzamere voedselproductie kunnen stimuleren.
Want dat voedselproductie en natuur elkaar momenteel in de weg zitten, is voor Runhaar duidelijk. Het succesverhaal van de das is namelijk verre van representatief voor de natuur in Nederland. ‘We gaan met ons gezin al dertien jaar op fietsvakantie, veelal door agrarisch cultuurlandschap. Dat kan ontzettend mooi zijn, maar in Nederland is gewoon heel veel natuur verloren gegaan’, stelt Runhaar.
Hij verwijst naar tellingen van het Compendium voor de Leefomgeving, waaruit blijkt dat de populaties van weide- en akkervogels sinds 1990 met tweederde zijn achteruitgegaan. ‘Dat is echt niet voor te stellen.’
De ondertitel van uw oratie is ‘nieuwe verbanden voor meer diversiteit’. Om wat voor verbanden gaat het?
‘Tussen boer en consument bijvoorbeeld. Daar gaapt nu een enorme kloof. Wat wij eten, komt voor misschien wel driekwart van elders. En wat Nederlandse boeren produceren, gaat grotendeels de andere kant op; zij produceren voor de wereldmarkt, waar de prijs bepalend is.
‘Voor maatschappelijke diensten als meer biodiversiteit of koolstofopslag in de bodem, krijgen ze geen waardering, en het kost alleen maar geld. Waarom zou een Duitser betalen voor de Nederlandse grutto?
‘Door meer direct aan consumenten in de buurt te verkopen, houden boeren invloed op de prijs van hun producten. Dan kunnen ze ook op een andere manier gaan werken. Nu kampen veel van hen met schulden en krappe marges.’
Blijkbaar is er niet genoeg vraag naar dat soort modellen. Ook politiek is het draagvlak voor een andere manier van werken beperkt.
‘De overheid is in mijn optiek uitgevonden voor de lange termijn en het algemeen belang. Daarom hebben we ons gecommitteerd aan allerlei internationale afspraken en Europese wetgeving over biodiversiteit en klimaat. Momenteel handelt de overheid in strijd met die afspraken. Je zou verwachten dat de overheid boven de partijen gaat staan, maar dat blijkt moeilijk. Ik probeer te onderzoeken: wat is er voor nodig om daar doorheen te breken?’
‘Uiteraard is de politiek afhankelijk van draagvlak. Maar als maatschappij hebben we allerlei instituties die los van de waan van de dag belangrijke taken invullen, zoals de waterschappen. Dat zou je ook voor de landbouw kunnen doen. Cees Veerman (oud-minister van Landbouw, red.) heeft ooit al voorgesteld een commissaris Landelijk gebied aan te stellen, naar het model van de Deltacommissaris.’