Natuurbescherming moet radicaal anders, stelt nieuw VN-rapport. ‘Het is net als met slavernij: een beetje minder kan niet’

Hoogleraar Esther Turnhout van de Universiteit Twente schreef mee aan het Ipbes-rapport.
© Esther Turnhout

Om het verlies aan biodiversiteit te stoppen, is een grote, fundamentele verandering nodig van de manier waarop de mens de natuurlijke wereld ziet en behandelt. Dat stelt een nieuw, gezaghebbend VN-rapport, dat woensdag verschijnt en is goedgekeurd door 147 landen.

Volgens de wetenschappers van het Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (Ipbes), die het rapport opstelden, schiet de huidige manier om de natuur te beschermen tekort.

Tot nu toe is het immers niet gelukt de wereldwijde afbraak van de natuur te stoppen. Daardoor bestaat er een ‘ernstig risico’ dat de aarde onomkeerbare kantelpunten overgaat, zoals het afsterven van ondiepe koraalriffen of het Amazonewoud.

De Verenigde Naties stelden zichzelf al diverse malen doelen om de teloorgang van de natuur te stoppen. Zo werd eind 2022 het Kunming-Montreal-akkoord gesloten. Daarin spraken 196 VN-lidstaten af ten minste 30 procent van het aardoppervlak te beschermen in 2030. […]

Waar zou die verandering kunnen beginnen?

‘We zouden bijvoorbeeld moeten ophouden met het subsidiëren van de vernietiging van de natuur. Dat is geen verrassing: het staat al in talloze eerdere rapporten.

‘Nu geven we veel meer geld uit aan de vernietiging van de natuur dan aan de bescherming ervan. Denk aan de subsidies op landbouw, visserij en ook olie en gas. (Het Ipbes-rapport noemt een totaal wereldwijd subsidiebedrag van 1,4 tot 3,3 biljoen dollar per jaar, red.)