Meer groente en fruit verlaagt de kans op depressie bij ouderen
Mensen vanaf de middelbare leeftijd die meer groente en fruit eten, lopen wellicht minder risico op depressieve klachten. Dat verband komt uit een internationaal onderzoek met tweelingen.
Dat een gezond eetpatroon bijdraagt aan mentale veerkracht, suggereren wetenschappers al langer. Vooral het mediterrane dieet – rijk aan groenten, fruit, vis, noten en granen – lijkt het risico op depressie te verlagen.
Een internationaal onderzoeksteam levert nu een nieuw puzzelstuk aan met een studie naar tweelingen van 45 jaar en ouder. Met hen konden de onderzoekers beter onderscheiden in hoeverre genetische aanleg bijdraagt aan het verband tussen groente- en fruitinname en depressieve klachten.
Gefrituurde groenten tellen niet
De deelnemers brachten hun depressieve klachten meerdere keren in kaart via vragenlijsten. Daarnaast hielden ze dagelijks bij hoeveel groenten en fruit ze aten. Gefrituurde groenten, zoals friet, en fruitsappen liet het onderzoeksteam buiten beschouwing, omdat deze vaak minder gezond zijn.
De deelnemers werden ingedeeld in drie categorieën op basis van hun dagelijkse groente- en fruitconsumptie: laag (minder dan een portie van 100 gram per dag), gemiddeld (één portie) en hoog (meer dan een portie).
Wie meer dan twee porties groenten en twee porties fruit per dag at, had over elf jaar gezien minder depressieve klachten dan degenen met een minder gezond eetpatroon. Volgens de onderzoekers schuilt de verklaring in de voedingsstoffen die groenten en fruit zo bijzonder maken.
Ze zijn rijk aan vezels, vitaminen en micronutriënten die niet alleen de hersenen beschermen tegen schadelijke stoffen, maar ook bijdragen aan een gezonde balans aan darmbacteriën. Zo produceren darmbacteriën stoffen die via zenuwcellen communiceren met de hersenen, waardoor er een constante wisselwerking bestaat tussen darmen en hersenen.