Hof veegt eerder vonnis in Shell-zaak van tafel
Het Hof heeft dinsdag het vonnis vernietigd in de zaak die Milieudefensie tegen Shell heeft aangespannen. Shell heeft weliswaar een verplichting zijn uitstoot van broeikasgassen te verminderen, maar kan niet verantwoordelijk worden gehouden om ook de uitstoot van zijn klanten met een specifiek percentage te reduceren, aldus het Hof.
De uitspraak van het Hof betekent een nederlaag voor Milieudefensie, dat Shell (een van de grootste uitstoters van broeikasgassen ter wereld) via de rechter wilde dwingen zijn emissies in lijn te brengen met het klimaatakkoord van Parijs. Dit betekent volgens Milieudefensie een CO2-reductie met 45 procent voor 2030.
Het Hof oordeelt dat, hoewel op Shell een zware verantwoordelijkheid rust, het olie- en gasconcern niet gedwongen kan worden de uitstoot van zijn klanten met een bepaald percentage te reduceren. ‘Op zichzelf kan worden gezegd dat iedere reductie van de uitstoot van broeikasgas een positief effect heeft op het tegengaan van klimaatverandering’, aldus het Hof.
Dit betekent alleen niet dat een reductieverplichting van Shell het zelfde effect heeft. Een daling van Shells uitstoot leidt niet tot wereldwijde reductie, en daarmee bescherming van burgers in Nederland en het Waddengebied – een van de pijlers onder deze zaak.
Een algehele norm van 45 procent voor 2030 is volgens het Hof niet fijnmazig genoeg om rechtstreeks op Shell te kunnen toepassen. Shell moet wel de eigen uitstoot reduceren om aan zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid te voldoen, maar daarmee is het concern volgens het Hof voldoende op weg. Shell wil de eigen uitstoot in 2030 met de helft verlagen en heeft inmiddels ongeveer 30 procent bereikt. HIermee heeft het concern voldoende aangetoond dat het de eigen uitstoot reduceert.