‘Fietsslachtoffers’ vallen niet ten prooi aan de fiets, maar aan de auto
Verkeersveiligheid Als het gaat om ongelukken met fietsers, ligt de nadruk volgens Marco te Brömmelstroet te vaak op de slachtoffers. Terwijl de andere partij bij het ongeval meestal een motorvoertuig is.
Niemand is tegen verkeersveiligheid: onveiligheid op straat en op de weg is immers één van de grootste ergernissen van Nederlanders. Maar onze blik richt zich voornamelijk op de aantallen slachtoffers en hoe we hen beter kunnen beschermen.
Hierdoor missen we essentiële informatie over de oorzaken. En praten we over goedbedoelde, maar ineffectieve – of zelfs schadelijke – maatregelen zoals beschermende kleding voor potentiële slachtoffers. Het zou enorm helpen als we een centrale denkfout konden afschudden: de zogenoemde airplane fallacy. […]
Fatbikes
Deze denkfout zien we ook al tientallen jaren in het gesprek over verkeersveiligheid. Dat gaat hoofdzakelijk over de slachtoffers. Wie zijn ze, welk letsel hadden ze, en welk vervoersmiddel gebruikten ze? Ook deze week weer, toen cijfers over ongelukken met fatbikes het nieuws haalden, waren vooral de pubers die vaak op de fatbikes rijden het voornaamste onderwerp van gesprek. […]
Concreet betekent dit dat we ons moeten afvragen wat er eigenlijk precies gebeurt bij een ongeluk. Wat blijkt dan, als je kijkt naar cijfers van het CBS? De meeste fietsers en voetgangers die de afgelopen jaren omkwamen in het verkeer, stierven bij een botsing met een gemotoriseerd voertuig. In de vijf jaar van 2019 tot en met 2023 overleden 658 fietsers en 228 voetgangers door zulke ongelukken – gemiddeld om de dag één dodelijk slachtoffer. Het aantal fietsers dat in diezelfde periode bij een eenzijdig ongeluk – een valpartij dus – omkwam, lag met 380 bijna tweeënhalf keer zo laag.
De vraag is ook of je zo’n valpartij met de fiets überhaupt een verkeersongeluk kunt noemen. In feite passen mensen die zijn omgekomen doordat ze van hun fiets zijn gevallen, beter bij de algemene categorie van dodelijke uitglijders, val- en struikelpartijen. Van het totaal daarvan maken valpartijen met de fiets overigens slechts een fractie (circa 1 procent) uit.
‘Fietsslachtoffers’ zijn dus meestal geen slachtoffer van het fietsen an sich. Elke keer dat we dit niet expliciet benoemen, normaliseren we onbedoeld het gevaar dat in werkelijkheid dus vooral van personenauto’s, vrachtwagens en andere motorvoertuigen komt.
Goedbeschouwd vallen de circa 180 fietsers en voetgangers die jaarlijks aan de gevolgen van zo’n aanrijding overlijden in dezelfde categorie als ander geweld van mens tot mens – zelfs al is er natuurlijk van opzet meestal geen sprake. Maar dit soort getallen zouden volstrekt onacceptabel zijn in ieder ander domein van ons leven. Waar is de publieke verontwaardiging hierover?