Huurder heeft hogere woonquote dan koper
Huren en geld Huurders besteden een groter deel van hun inkomen aan wonen dan huiseigenaren. Vooral 35-minners en 65-plussers hebben een hoge woonquote.
Ruim kwart van inkomen huurders naar wonen
Het CBS rekende uit dat in huishoudens met een huurwoning ruim een kwart van het inkomen (25,5%) naar kosten voor wonen gaat. Voor huishoudens met een koopwoning is dat 16,6%. Met ‘kosten voor wonen’ wordt niet alleen de huur of hypotheek bedoeld, maar ook lokale heffingen, de energierekening en woonverzekeringen.
Jongeren en AOW-ers hoogste woonquote
Jongere huurders (tot 35) zijn volgens het CBS bijna 30% van hun besteedbaar inkomen aan wonen kwijt. Vanaf 35 jaar stijgt meestal het inkomen, waarmee de woonquote van huurders daalt. Maar bij het bereiken van de AOW-leeftijd vallen veel huishoudens terug in inkomen en komt de woonquote weer hoger uit. Ook wonen ouderen vaker alleen, wat vaak samengaat met een hogere woonquote.