‘Zolang het Rijksmuseum zich laat sponsoren door bedrijven als KLM, maakt het zich schuldig aan culture washing’
Het Rijksmuseum mag zich dan duurzaam en maatschappelijk betrokken voordoen, schrijven drie leden van Extinction Rebellion, maar zolang het zich ook laat sponsoren door vervuilende bedrijven als KLM, is dat volgens hen verre van geloofwaardig.
Deze week bereikt het Rijksmuseum een nieuw dieptepunt in fossiele sponsoring. In Nederlands grootste kunstmuseum organiseert KLM op 5 september een evenement waarin Platinumleden van spaarprogramma Flying Blue promoveren tot ‘Elite for Life’, als beloning voor tien jaar non-stop veelvliegen. Zij moeten daarvoor in deze periode minstens 383 ton CO2 hebben uitgestoten met vliegkilometers. Dit is 166 keer zoveel als het CO2-budget per persoon tot 2030 volgens het Parijs-akkoord. Het Eye Filmmuseum faciliteerde dit bizarre evenement vorig jaar en beëindigde in februari, na protest van milieuorganisaties, de sponsorrelatie. Het Rijksmuseum moet dit voorbeeld per direct volgen.
Luchtvaartloyaltyprogramma’s zoals Flying Blue normaliseren en stimuleren extreem vlieggedrag. Hoe meer je vliegt, hoe hoger je status. Vlieg je even iets minder, dan verlies je deze status weer. Veelvliegen wordt beloond – bijvoorbeeld met korting op tickets. Of een upgrade naar business class, wat nog vervuilender is, omdat die stoelen meer ruimte innemen dan in economy. KLM maakt zo een cynisch spelletje van de klimaat- en ecologische crisis. Het ‘feestelijke’ evenement op 5 september, waarbij de grootste verbruikers geëerd worden, illustreert de kloof tussen diegenen die uitstoot veroorzaken en diegenen die moeten leven met de gevolgen.
Dit artikel is een ingezonden bijdrage, geschreven door Laura Kits (schrijver, zangeres en kunstschilder), Simone Wiegman (oud-medewerker van KLM) en Boris Schellekens (alumnus lucht- en ruimtevaarttechniek aan de TU Delft en campagneleider bij Fossielvrij). Alle drie zijn actief bij Extinction Rebellion.Teruggave roofkunst versus fossiele sponsors
Slechts 1 procent van de wereldbevolking is namelijk verantwoordelijk voor 50 procent van de luchtvaartuitstoot. De gevolgen zijn vooral in het Mondiale Zuiden merkbaar: mislukte oogsten, dodelijke hitte en overstromingen. De klimaat- en ecologische crisis volgt oude koloniale patronen, waarbij het welzijn van mens en natuur in het mondiale Zuiden (verzamelnaam voor de opkomende economieën op zowel het noordelijk als het zuidelijke halfrond) ondergeschikt is aan welvaart voor het mondiale Noorden.
Het is extra wrang dat juist het Rijksmuseum, dat pas onlangs is begonnen met de teruggave van koloniale roofkunst, zijn morele verantwoordelijkheid niet neemt. Met de ene hand gaf het Rijksmuseum roofkunst terug aan Sri Lanka, terwijl het met de andere hand sponsoring accepteerde van fossiele bedrijven die de klimaatcrisis aanjagen – waarvoor Sri Lanka bovengemiddeld kwetsbaar is.
Net als andere fossiele bedrijven rekent KLM op technologische innovaties om te verduurzamen. Zo presenteerde het onlangs nieuwe, iets zuinigere toestellen en zet het in op bijmenging van zogenaamd duurzame vliegtuigbrandstof. Helaas is dit verre van voldoende. Volgens de Breda University of Applied Sciences (Buas) zal KLM’s uitstoot in 2030 niet met 12 procent afnemen (zoals het bedrijf claimt), maar met 6 procent toenemen. En dat terwijl een reductie van 55 procent noodzakelijk is.
Imago oppoetsen
De wetenschap is glashelder: een drastisch andere kijk op mobiliteit is noodzakelijk voor een leefbare aarde. Gedragsverandering is hiervoor onontbeerlijk. Juist cultuur kan helpen andere mogelijkheden te verbeelden. Literatuur, schilderkunst, muziek en theater hebben een cruciale rol om nieuwe wereldbeelden te creëren. Het is daarom des te pijnlijker dat het Rijksmuseum gesponsord wordt door fossiele bedrijven. In ruil voor sponsoring poetst de vervuiler zijn imago op: zo leent het Rijksmuseum zich voor culture washing. […]
In zijn missiestatement uit 2023 heeft het Rijksmuseum de mond vol van duurzaamheid als ‘integraal onderdeel van de organisatie’, ‘verantwoordelijkheid nemen’, ‘transparant zijn’ en ‘de collectie onderzoeken vanuit ecologisch bewustzijn.’ Het kan pas beginnen deze beloftes waar te maken als het fossiele sponsorrelaties per direct verbreekt.