Stopzetten bouw biobrandstoffabriek kost Shell minstens half miljard euro

Shell houdt rekening met een tegenvaller van ten minste 554 miljoen euro voor het stilzetten van de bouw van een fabriek voor het maken van biobrandstof, in de haven van Rotterdam. De kosten zouden zelfs kunnen oplopen tot bijna 1 miljard.

Het olie- en gasconcern maakte eerder deze week bekend dat het bedrijf er nu op mikt de fabriek in 2030 in gebruik te nemen, in plaats van dit jaar.

Met veel bombarie maakte Shell in september 2021 bekend een grote fabriek voor biobrandstoffen te bouwen in Pernis. De eerste brandstof, hoofdzakelijk bedoeld voor het bijmengen in vliegtuigen, moest daar dit jaar geproduceerd worden.

Shell zegt te maken te hebben met zowel technische uitdagingen bij de bouw van de fabriek, als tegenzittende marktomstandigheden. Shell wil wachten tot luchtvaartmaatschappijen verplicht worden meer biobrandstof bij te mengen dan nu het geval is. Voor de huidige verplichtingen is er namelijk al voldoende zogenoemde Sustainable Aviation Fuel (SAF) op de markt. SAF is veel duurder dan kerosine, dus zullen luchtvaartmaatschappijen vanuit hun concurrentieoverwegingen niet vrijwillig duurdere brandstof gaan tanken.