Aantal huishoudens in energiearmoede steeg in 2023 met 70.000 naar 396.000, ofwel naar bijna vijf procent
Analyse van TNO
Na een daling in eerdere jaren nam het aantal huishoudens in energiearmoede in 2023 weer toe. Ook is sprake van ‘verborgen energiearmoede’: mensen die de verwarming uit of veel lager zetten uit angst voor een hoge rekening.
Het aantal huishoudens dat in energiearmoede leeft is vorig jaar toegenomen ten opzichte van 2022 met 70.000 naar 396.000, na een eerdere daling in de jaren ervoor. Het percentage huishoudens in enegiearmoede lag in 2023 op 4,8 procent.
Zonder miljarden euro’s aan steun vanuit de overheid zou de stijging vorig jaar veel ernstiger geweest zijn. Die conclusie trekt onderzoeksinstituut TNO in een dinsdag gepubliceerde terugblik op de afgelopen vijf jaar, gebaseerd op CBS-cijfers.
TNO noemt huishoudens energiearm wanneer zij én een laag inkomen hebben én een hoge energierekening of een huis met een slecht energielabel, bijvoorbeeld doordat het huis slecht is geïsoleerd. Een energierekening is volgens TNO en CBS ‘hoog’ als die ligt boven het gemiddelde van die van een label C-woning. Er is volgens TNO en CBS sprake van een laag inkomen als dit niet hoger is dan 130-procent van de ‘lage inkomensgrens’ (die is gerelateerd aan de bijstandsuitkering voor uiteenlopende huishoudens).
[…]
Zónder overheidssteun zouden dat er 885.000 zijn geweest (10,7 procent van alle huishoudens). De overheid stelde een prijsplafond in, gaf huishoudens twee keer 190 euro, verlaagde de energiebelasting en gaf extra financiële compensatie aan armere huishoudens. Dat dempte de stijging in energiearmoede flink, maar kon een toename niet helemaal voorkomen.
[…]
‘Verborgen energiearmoede’
Voor het eerst rekenden de onderzoekers ook uit hoeveel energiearme huishoudens in „verborgen energiearmoede” leven. Dat zijn huishouden met een laag inkomen die juist een extreem láge energierekening hebben. Zij zetten vaak door gestegen energiekosten noodgedwongen de kachel uit of koken minder vaak. Dit berekenden de onderzoekers door het daadwerkelijke verbruik te vergelijken met wat het verbruik had moeten zijn voor een bepaald huishouden in een bepaalde woning volgens TNO. Naar schatting vallen 116 duizend huishoudens (1,4 procent van alle huishoudens) in deze groep.