KETI KOTI: Als baanbreker boog hoogleraar Humphrey Lamur zich over het slavernijverleden: ‘Wat wit was, was mooi, wat zwart was lelijk’

Humphrey Lamur 1976 © Archief Folia

Als een van de eerste Nederlanders deed emeritus hoogleraar Humphrey Lamur onderzoek naar het slavernijverleden, en als 90-jarige vertelt hij nog altijd de verhalen waar ‘de wereld niet op zit te wachten’. Koloniale kennis is immers een vereiste voor vooruitgang.

Bij hoge uitzondering hees Humphrey Lamur (90) zich vrijdag 21 juni in toga – baret op het hoofd – om zich bij een cortège van (emeritus) hoogleraren te voegen. Lamur wilde ‘absoluut’ aanwezig zijn bij de oratie van Guno Jones als kersverse hoogleraar van de nieuw ingerichte Anton de Kom-leerstoel aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Jones onderzoekt de hedendaagse doorwerking – op sociaal, cultureel en juridisch vlak – van kolonialisme en slavernij. Van die doorwerking gaf Jones in zijn oratie een navrant voorbeeld. Zijn enkele jaren eerder overleden Surinaamse vader zou niet naar zijn oratie zijn gekomen, als hij nog had geleefd. Hij wilde de ingewikkelde visumprocedure die een bezoek aan Nederland voor Surinaamse staatsburgers met zich meebrengt niet langer doorlopen: te vernederend.

[…]

Humphrey Ewald Lamur werd in 1933 geboren in Paramaribo. Datzelfde jaar zette het Nederlands koloniaal regime de antikoloniale denker en vrijheidsstrijder Anton de Kom gevangen om hem vervolgens, als oproerkraaier, uit Suriname te verbannen. Pas in 2022 volgde een Nederlands eerherstel.

‘Dit is een belangrijk moment’, zegt Lamur – in gelijke mate imposant en zachtaardig – na afloop over Jones’ oratie, geflankeerd door zijn vrouw Norine Boldewijn Lamur (86). ‘De Kom is ten onrechte verguisd. Hij was een voorloper, een voorbeeld van verzet.’ Hij kijkt de hal rond, vervolgt met zijn keurige dictie: ‘Zelf ben ik nooit activistisch geweest, zo is mijn aard niet. Het doet me goed om de jonge generaties te zien, hun onverzettelijkheid, ze laten zich de mond niet snoeren.’

[…]

‘Na de door Mark Rutte geplaatste komma hebben we niets meer gemerkt. De slaven zijn nooit betaald, ziet u. Ik ben voorstander van een fonds ter compensatie van de onbetaalde arbeid. Een deel van dat geld is voor arme Surinamers, de rest gaat naar educatie en onderzoek. Onderzoek naar intergenerationeel trauma, in de Afro-Surinaamse gemeenschap, maar ook onder nazaten van contractarbeiders. Neem bijvoorbeeld de onderlinge rivaliteit en familiesamenstellingen in de Afro-Surinaamse gemeenschap, die voortkomen uit de inprenting van koloniale en raciale denkbeelden. Dit moet goed onderzocht worden, want het remt de vooruitgang. Pas als we dat hebben ontleed, kunnen mensen hun ingebouwde minderwaardigheidscomplex kwijtraken.’