FORMATIE: Dat de PVV gaat regeren, betekent niet dat Geert Wilders zich in hoeft te houden

“Politieke kramp bemoeilijkt aanlijnen van ‘Wilders I’”
© Mirjam Vissers Artwork – met genereuze toestemming van de kunstenares

De vrije rol van Geert Wilders In de nieuwe Haagse constellatie houdt PVV-leider Geert Wilders volop de vrijheid om te zeggen wat hij wil. Dat is het onbedoelde gevolg van de keuze voor een extraparlementair kabinet.

Het was één van de grootste vragen die boven de kabinetsformatie hing: wat wordt de machtsverhouding tussen het nieuwe, extraparlementaire kabinet-Schoof en de vier Tweede Kamerfracties waarop het kabinet leunt? Waar ligt straks het primaat? Of, minder Haags gezegd: wie is de baas? Dick Schoof en zijn bewindspersonen, die, op papier, onafhankelijk van de Tweede Kamer hun plannen mogen uitwerken? Of bij de vier politieke leiders van PVV, VVD, NSC en BBB, die in de Tweede Kamer blijven?

De laatste dagen voor de traditionele bordesscène van volgende week dinsdag zijn leerzaam. De beoogde bewindspersonen deden in een lange serie hoorzittingen voor de Tweede Kamer hun best zo min mogelijk af te wijken van de afspraken die de politieke leiders hadden gemaakt. Zij mogen de komende weken gaan werken aan de invulling van de afspraken voor hun portefeuille, maar ze keken wel uit nu al beleidsopvattingen te uiten.

PVV-leider Geert Wilders, vanuit de Tweede Kamer, eigent zichzelf intussen grote vrijheid toe. Hij reageerde via zijn vaste podium X op het intrekken van de uitnodiging voor Kamervoorzitter en partijgenoot Martin Bosma om de herdenking van de afschaffing van de slavernij in Amsterdam bij te wonen. Die herdenking vindt maandag plaats, op Keti Koti. Die uitnodiging leidde tot veel ophef en werd volgens de organisator van de herdenking, het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee), ingetrokken na overleg tussen beide partijen.

Wilders schreef als reactie op X: „Ik wil anders maandag wel naar Amsterdam gaan en daar speechen hoor. Ze zullen gaan hunkeren naar onze Voorzitter.” Het was een verwijzing naar de oorzaak van de problemen: radicale uitspraken die Bosma als Kamerlid had gemaakt over de slavernij-excuses, over „anti-blank racisme” en „slavernijgedram”. Wilders’ cynisch gestelde bericht had het impliciete dreigement in zich dat hij bereid was verder te gaan dan Bosma.