De Volkskrant blijkt dat de overheid 16,9 miljard euro aan subsidie heeft gereserveerd voor zonnepanelen, waarvan 3,8 miljard euro naar buitenlandse partijen en oud-zakenfamilies gaat. Gemeenten investeren liever in grote spelers dan de zonne-energie van kleine organisaties te stimuleren. Hoe zorgen we ervoor dat de waarde van deze democratische superster daadwerkelijk toegankelijk wordt voor iedereen?
goedgemutste rasoptimisten
In Rotterdam bestaat er een netwerk van zelfbenoemde ‘goedgemutste rasoptimisten’, beter bekend als Energie Coöperatie Blijstroom. Het zijn betrokken Rotterdammers – zowel vrijwilligers als professionals – die als doel hebben om in 2030 energieneutraal te wonen. Daarom plaatsen zij gezamenlijk zonnepanelen op onbenutte daken van bedrijven, scholen en ateliers in de wijk.
‘We zijn begonnen met het delen van leuke ideeën in het buurthuis,’ zegt Mirjam Pronk, buurtbewoner en voorzitter van Blijstroom. ‘Daar kwam het idee van de zonnedaken uit. We dachten: dat zouden we toch moeten kunnen met elkaar? Toch een beetje een dikke middelvinger tegen het grote systeem’.
Inmiddels liggen er in Rotterdam tien gemeenschappelijke zonnedaken en profiteren 688 bewoners mee van de energie die daarvan geoogst wordt. Dat werkt zo: wijkbewoners kunnen een aandeel kopen in de panelen en op die manier profiteren van lage energiekosten, ook als zij geen eigen dak hebben. Bewoners die het minder ruim hebben maar wel graag mee willen doen kunnen een sociaal lidmaatschap afsluiten van eenmalig 25 euro. Daar krijg je twee dingen voor terug: elk jaar 25 euro voor jezelf én een bijdrage aan het wijkfonds. Dat wordt betaald uit de opbrengst van het zonnedak, 15 jaar lang. Op deze manier profiteren niet alleen huiseigenaren of grote bedrijven, maar iedereen.
‘de zonnedaken zijn toch een beetje een dikke middelvinger tegen het grote systeem’
Met de koude winter in aantocht wordt bezuinigen voor veel mensen een noodzaak in plaats van een keuze, als dat het niet al was. Voor de crisis was bewustzijn creëren voor duurzame energie dan ook een stuk minder vanzelfsprekend. ‘Zonnepanelen liggen op het dak, een plek waar je eigenlijk nooit komt. Ze zijn niet verweven met je dagelijkse leven,’ legt Mirjam uit.
Om energiegebruik transparanter te maken heeft Blijstroom een app ontwikkeld waar je per uur kunt zien wat de opbrengst van jouw dak is. Heeft het gesneeuwd? Dat betekent minder opbrengst. Zo’n systeem maakt de wisselwerking tussen zon en energie voelbaar.
Volgens Mirjam heeft de Energiecoöperatie een steeds groter bereik. ‘Als je in Rotterdam woont kan je niet alleen van je rijke buurman verwachten dat hij meedoet. We willen toegankelijk zijn voor iedereen’. Daarnaast is Blijstroom relatief jong. Niet alleen omdat de leden relatief jong zijn maar ook omdat Rotterdam recenter is gebouwd dan veel andere steden. “Jonge” gebouwen lenen zich goed voor duurzame zonneprojecten.
het Wijkpaleis
Inmiddels heeft Blijstroom ook buurtbewoners in Rotterdam West aangestoken om collectief te verduurzamen. Energiecoöperatie Delfshaven toverde bijvoorbeeld verschillende daken in Rotterdam West om tot collectieve zonneprojecten.
Een van hun leden is theatermaker Thamar Kemperman (43). Aan de hand van interactieve voorstellingen zoekt Thamar samen met buurtbewoners van uiteenlopende leeftijden en achtergronden uit hoe een toekomst zonder gas en olie eruitziet.
Thamar maakt haar voorstellingen voornamelijk met mensen die daar voorheen niet per se mee bezig waren. Uit wantrouwen voor bestaande instituties, of omdat ze wel iets anders aan hun hoofd hebben zoals het betalen van hoge rekeningen. ‘De klantenservice van Eneco helpt je niet om dat voor elkaar te krijgen. Bij wie moet je dan zijn?’ Daarbij gaat het lang niet alleen om zonnepanelen. ‘Duurzaamheid is natuurlijk veel breder dan dat.’
Haar voorstellingen zijn onder andere te zien in het Wijkpaleis, een oud schoolgebouw in Rotterdam-West. Op zaterdag 15 oktober stond het Wijkpaleis, net zoals de rest van de wijk, in het teken van duurzaamheid tijdens een gratis circulair wijkfestival. Hier onderzochten wijkbewoners met lezingen, expo’s én workshops hoe ze samen een circulaire wijk kunnen maken.
Daar speelde Thamar samen met bewoners de voorstelling “De Buurthuiskamer 2050.” Een van de deelnemers was de 78-jarige Blijstroomer en buurtbewoner Anita. Op deze manier leert ze andere bewoners kennen en kan ze een steentje bijdragen, vertelt ze. ‘Ik heb geen kinderen, maar ik vind de toekomst ontzettend belangrijk voor de kinderen die nu leven.’
de buurthuiskamer 2050
‘Sluit je ogen en beeld je in dat we nu op een druilerige oktoberochtend in 2022 zitten. Langzamerhand tikt de tijd vooruit. Als je zo je ogen opent, zijn we op een stralende oktoberochtend in 2050. Welkom in de toekomst’. Zo begint Thamar de voorstelling. Door middel van fantasie en een goede dosis humor laten de spelers het publiek kennis maken met een post-fossiele wereld waarin olie en gas verleden tijd zijn. Een wereld waarin we leven op menskracht, aangevuld met energie uit zonnepanelen en windmolens.
Wat zie je als je naar buiten kijkt? En wie zie je als je in de spiegel kijkt? Een van de spelers draagt een zilveren, energieopwekkende jurk. De boodschap is duidelijk: in 2050 leven we in een utopische wereld waarin we het roer radicaal om hebben gegooid en mens en natuur in harmonie met elkaar samenleven.
De voorstelling is bedoeld om de verbeelding aan te zetten en bewoners aan te sporen om te bedenken wat ze nu al willen doen. Of beter gezegd, wat ze nu al kunnen doen. Met als doel om weg te komen van het vaak overheersende doembeeld van de toekomst. Hoe blijf je gemotiveerd om te veranderen als je geen hoop meer hebt in de toekomst? Na afloop vraagt een jonge bewoonster zich af hoe realistisch het utopische beeld uit de voorstelling is. Zijn we daar niet te gepolariseerd voor? ‘Ik woon nu in een wijk met veel VvE’ers (Vereniging van Eigenaren) en die bepalen wat er gebeurt. Je bent hier geboren en getogen maar je bent gewoon een nobody,’ zegt ze. Wie tellen er mee in de straat? Alleen de mensen die ook een koophuis hebben.
‘in mijn wijk bepalen de huizeneigenaren wat er gebeurt. Je bent hier geboren en getogen maar je bent gewoon een nobody.’
In de discussie die daarop volgt klinkt door dat er een een groot gevoel van afstand is tussen overheid en burger. Kom je uit een andere sociale klasse? Dan ben je niet interessant om mee te praten. Volgens de bewoners hebben mensen het gevoel dat ze geen invloed kunnen uitoefenen. Of in elk geval heel weinig. ‘We hebben een radicale verandering van de psyche nodig!’ klinkt achter in het publiek. Het komt erop neer dat een energieopwekkende jurk nog lang niet genoeg is.
Ter afsluiting vraagt Thamar het publiek hoe we dan kunnen nadenken over een toekomst die we wel willen. Een toekomst die onze zorgen van alledag, waar we ook mee moeten leven, dragelijker maakt. Een meneer achter in het publiek sluit het gesprek af: ‘Eigenlijk ben je gewoon een mosterdzaadje. Je begint heel klein. Je kan niet in één keer een boom zijn. Maar je moet wel geloven in het kleine’. Uiteindelijk begint een radicale revolutie met een goed gesprek.