14 oktober 2022 COLUMN KUSTAW BESSEMS
Kan een land leren? Van de week verscheen het tweede rapport over de corona-aanpak van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Je kunt erin lezen over de basisfouten die tot onnodige zieken en doden hebben geleid én tot onnodig lange en harde maatregelen. Fouten die voor een deel precies op dit moment door minister Kuipers worden herhaald, waarbij we slechts kunnen hopen op de genade van omikron.
Maar corona vonden we toch héél erg? Zoiets moet toch wakker schudden, dwingen tot introspectie en verbetering? Mijn theorie is dat corona juist té groot is. Spreek alleen al het woord uit en de gemiddelde Nederlander gaat krijsend in het gangpad van de supermarkt liggen: ‘Nee, ik wil niet!’ We werden gek van de maatregelen, dus we willen geen maatregelen. Dat is blijven hangen.
En er zijn nieuwe bedreigingen: energie-armoede en oorlog. Omstandigheden waarin het nog minder van pas komt om weer onderuit te worden geschopt door een virus, kun je zeggen, maar dat zijn twee gedachten tegelijk en dat past niet in een talkshow.
Wel Kuipers die doodleuk redeneert: we blijven weg van maatregelen, totdat door ziekteverzuim of druk op de zorg het land wordt ontwricht en dan grijpen we alsnog in. Niemand die in lachen uitbarst. Niemand is ontzet. Niemand zegt: hoho, ontwrichting gingen we voortaan toch voorkomen?
En dit op de dág dat een rapport verschijnt waarin deze houding wordt geproblematiseerd. Zomer en najaar 2020: het kabinet communiceerde niet, wachtte eindeloos met lichte preventie en het verhaal eindigde met een avondklok. Dat was destijds al voor iedereen die het wilde zien de volstrekt voorspelbare logica van de pandemie: later handelen is harder ingrijpen.
Maar ja, weet je wie destijds al suste dat het zo’n vaart niet liep? Toenmalig beddenverdeler Ernst Kuipers. Direct betrokkenen zitten nog steeds op sleutelposities. Ze delen onderling de unieke ervaring van aan de knoppen zitten in een crisis, door de buitenwacht bestookt met kritiek en in sommige gevallen belasterd en bedreigd. Alleen heel bijzondere persoonlijkheden zouden onder die omstandigheden kunnen leren.
Niet Kuipers. Hij kreeg pas de vraag wat hem raakt. Zijn antwoord was dat hij prima met kritiek in een krant kan omgaan, want in zijn tijd als arts zijn er weleens patiënten onder zijn handen overleden en vergeleken daarbij stelt het weinig voor. Kritiek als iets waardoor je vooral niet uit evenwicht moet worden gebracht. Alsof je ooit wijzer wordt zonder een moment te wankelen.
De onderzoeksraad behandelt ook het OMT en beschrijft een ongeleid projectiel: er was niet eens afgebakend waar de adviseurs over gingen. Een groep artsen bemoeide zich met van alles en nog wat – gedrag, logistiek, mentaal welzijn – of dat nu tot hun expertise behoorde of niet en regelmatig zonder onderbouwing. Maar wel getooid met het aureool van ‘de wetenschap’. Ik heb hier nog geen OMT-lid eerlijk op zien terugblikken. Er is alleen een verdedigingslijn: we werden in die positie gedwongen door het kabinet.
In Nederland kan een OMT vurig pleiten voor een avondklok en daarbij op grond van buitenlandse onderzoeken schermen met een belachelijk precies verwacht effect. Maar nu de onderzoeksraad zegt: hé, er is nooit gekeken wat die maatregel feitelijk uithaalde, dan is het ineens te moeilijk om effecten van afzonderlijke maatregelen te wegen.
Hét voorbeeld van deze quasi-wetenschap was Jaap van Dissels oorlog tegen het mondkapje. Dat mondneusmaskers iets uithaalden tegen een virus dat zich verspreidt via mond en neus, moest eerst onomstotelijk worden bewezen. Maar de wilde aanname dat mondkapjes tot ‘schijnveiligheid’ zouden leiden werd plompverloren gedebiteerd. Tot op de dag van vandaag is ‘handen wassen’ niet weg te slaan uit de ‘basisadviezen’, al wordt het virus nauwelijks via handen overgedragen. Maar toen Kuipers van de week de vraag kreeg of hij het dragen van mondkapjes in gesloten binnenruimten adviseerde? Nee zeg, het idee. ‘Ik geef wel een boks in plaats van een hand’, glunderde hij. Waarom doet zo’n onderzoeksraad nog moeite?
In het rapport staat een passage over wat er eigenlijk was gebeurd met de lessen uit de Mexicaanse griep in 2009: een geschiedenis van vervlogen goede voornemens. Alleen het vaccineren gaat vooruit. Sla er eerdere boekwerken op na en crisisbestrijding in Nederland blijkt een perpetuum mobile van verkeerde reflexen.
En dan hebben we het alleen nog maar over techniek en uitvoering gehad. De onderzoeksraad blijft elke discussie mijden over de fundamentele keuze om in Nederland het virus te laten rondrazen voor zover dat binnen de tot het uiterste opgerekte grenzen van de zorg ging. Chronisch zieke coronapatiënten plukken er nog de wrange vruchten van, net als de vele patiënten op een wachtlijst voor een operatie. Misschien komt die discussie er wel nooit. De voorbereidende commissie voor de parlementaire enquête is door het vertrek van Khadija Arib onthoofd en moet het doen met notoire verspreiders van desinformatie in de gelederen.
Historici dan, een paar generaties verder? Zij zullen met de blik van hun tijd kijken. Die kan net zo goed zijn: waar maakten ze zich druk over? En wat overgevoelig, dat ze in de jaren 2020 niet meer oudere en zwakke exemplaren opofferden. Veel beter voor de kudde.