Onderzoekers: stikstofmodel RIVM klopt behoorlijk goed

Tractor delivering slurry onto a field
Photo by Mirko Fabian on Pexels

Universiteit van Amsterdam 

Onderzoekers van de UvA onderzochten twee melkveestallen. Uit hun metingen bleek dat de stikstofmodellen van de RIVM behoorlijk goed zijn.

Het stikstofmodel dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gebruikt, komt behoorlijk goed overeen met de werkelijkheid. Tot die conclusie komen onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA), zo melden zij dinsdag. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Mesdag Zuivelfonds.

De onderzoekers verrichtten metingen rond twee melkveestallen, één in een meer stedelijke omgeving bij Almere en één meer geïsoleerd in een landelijke omgeving in Friesland. Het leeuwendeel van de uitgestoten stikstof, zo’n 91 procent, blijkt in de hogere luchtlagen van de atmosfeer terecht te komen en zal elders neerslaan. Het grootste deel van de resterende 9 procent slaat neer in een straal van 100 meter afstand – doorgaans nog op het erf. Dat is dus in tegenspraak met beweringen van veel boeren dat bijna álle stikstof neerslaat binnen de eerste honderden meters. „Deze uitkomsten zijn in overeenstemming met eerder onderzoek en de modellen van het RIVM”, aldus de UvA.

Stikstofdeken

Stikstof die buiten een straal van 500 meter van de boerderij neerslaat, is hoofdzakelijk afkomstig uit de zogeheten ‘stikstofdeken’. „Die term slaat op het totaal aan stikstof in de atmosfeer dat als een soort deken over ons land ligt, en dat afkomstig is uit een veelvoud van zowel agrarische als industriële bronnen”, aldus de UvA-onderzoekers. Deze uitstoot is niet meer te herleiden tot een individuele bron.