Energieregio’s: ook na 2030 nog veel duurzame energie op land nodig
Er wordt hard gewerkt aan de realisatie van duurzame energie op land om de klimaatdoelen van 2030 te halen. Maar ook daarna blijft er nog veel extra groene elektriciteit nodig. Dat blijkt uit de nieuwe voortgangsrapportage van het landelijk bureau van de dertig energieregio’s in Nederland, de zogenoemde RES’en. Met alleen de wind- en zonne-energie waar nu aan gewerkt wordt, gaat het niet lukken om het uiteindelijke doel, Nederland klimaatneutraal, te halen.
De dertig energieregio’s slagen er wel in om in 2030 ten minste 35 TWh aan duurzame energie op land op te wekken. Er zijn al veel zonne- of windparken gerealiseerd, in aanbouw, of in de vergunningsfase. Maar ze hebben een hogere eigen ambitie voor dat jaar van 55 TWh, en dat gaat waarschijnlijk niet gehaald worden. Vooral de stikstofproblematiek en de krapte op het elektriciteitsnet zijn daarbij bekende en hardnekkige problemen.
Eerder deze week presenteerde minister Jetten van Klimaat zijn Concept Nationaal Plan Energiesysteem. Het Rijk benadrukt daarin dat er vooral wordt ingezet op windenergie, zowel op zee als op land, zonne- en kernenergie. Dit is een belangrijk signaal voor de regio’s, zegt een woordvoerder van het Nationaal Programma RES (Regionale Energie Strategie). “Je proeft dat zonder dat perspectief mensen soms denken: misschien hoeft het niet meer zo nodig, we halen dat doel wel, en kunnen wel wat achteroverleunen. Maar dat kan dus niet.”
Behoefte aan duidelijkheid
Het kabinet wil ook dat de elektriciteitssector al in 2035 volledig CO2-vrij is. Dat betekent dat er tegen die tijd geen aardgas of steenkool meer gebruikt wordt om stroom mee op te wekken.