Minder vee is onvermijdelijk, ziet stikstofminister Van der Wal. ‘Ik wil dat we die weerstand loslaten’
De beste manier om stikstofuitstoot van de landbouw terug te schroeven? Minder vee, weet ook stikstofminister Christianne van der Wal (VVD). ‘De grenzen van de natuur zijn overschreden. Dat kun je niet aanpakken met alleen technologische innovaties.’ Toch wil ze geen dwingende maatregelen. Waarom niet?
Aan Christianne van der Wal (VVD) de schone taak om er als minister voor Natuur en Stikstof voor te zorgen dat we 50 procent minder stikstof uitstoten in 2030.
Dat is op z’n zachtst gezegd niet gemakkelijk. Alle sectoren moeten minder stikstof gaan uitstoten, maar de landbouw is de enige die het verschil kan maken; die is verantwoordelijk voor verreweg de meeste neerslag van stikstof in beschermde natuurgebieden.
Maar de hoop dat het kabinet sámen met de landbouwsector tot een concrete aanpak kon komen, belandde deze week in de prullenbak. Het kabinet is aan zet. Op de dinsdag voordat het landbouwakkoord klapte, sprak ik Van der Wal over hoe het kabinetsplan voor de landbouw er volgens haar uit moet zien.
Linksom of rechtsom zal de landbouw fors minder stikstof moeten uitstoten. De meest kansrijke oplossing is volgens de minister dat er minder vee gehouden wordt per hectare landbouwgrond – ‘extensiveren’, in landbouwjargon. Toch kiest zij er niet voor om dit in hard beleid te gieten. Ze gaat ze voor een mix aan vrijwillige maatregelen.
Waarom? ‘Ik vind het veel mooier als het ons lukt om dit te doen, niet omdat het mot, maar omdat we het wíllen.’
Wat vindt u van het idee om de veeteelt integraal te extensiveren en veehouders te stimuleren om veel meer vanuit de natuur te denken?
‘Ik vind dat een heel goed idee. We missen in de politiek een integrale visie op landbouw én natuur. We moeten op zoek naar een nieuwe balans tussen natuur en economie, maar ook naar een nieuwe balans tussen natuur en de agrarische sector.’
Wat bedoelt u precies met een nieuwe balans?
‘De agrarische sector heeft te veel gevraagd van de natuur – dat geldt trouwens ook voor andere economische sectoren. Alle grenzen zijn bereikt en overschreden. De grenzen van stikstof- en methaanuitstoot, waterkwaliteit, bodemkwaliteit, en natuurlijk biodiversiteit.’
‘Dat kun je niet aanpakken met alleen technologische innovatie: je hebt een integrale aanpak nodig, met een mix van maatregelen. Maar de meeste kansen liggen bij extensiveren. Dat betekent dat agrarische ondernemers een deel van hun vee wegdoen, óf je houdt evenveel vee, maar dan met meer grond.’
Dat zou kunnen via biologische veeteelt, zonder kunstmest en met veel minder krachtvoer. Maar op dit moment is iets meer dan 4 procent van onze veeteelt biologisch, nog net niet het laagste percentage van heel Europa. De Europese Unie wil dat dat 25 procent wordt. Is dat ook het percentage waar u ongeveer aan denkt?
‘Ik heb me ingezet voor 15 procent, de ambitie lag eerst veel lager. Maar wat ik ook niet wil, is het moet en het zal biologisch. Het is één manier.’
Waarom? Het is een goede manier om met veel minder vee rond te komen.
‘Omdat ik dat een te grote inperking van het ondernemerschap vind. Het is een beetje als een restaurant. Ik ken iemand, die was sterrenkok maar is daarmee gestopt. Hij kookt nu gewoon lekker op hoog niveau, maar tegen iets aantrekkelijkere prijzen. Die vindt zijn werk nu veel fijner. Hij doet nog steeds waar hij goed in is – fantastisch koken – maar hij heeft niet de restricties die bij een Michelinster horen. En toch is hij goed bezig.’
‘Ik kan me best voorstellen dat ondernemers zeggen: ik wil wel ríchting biologisch, of natuur-inclusief, of biologisch-dynamisch, maar niet per se met het stempel biologisch, met de restricties die daarbij horen.’
‘De agrarische sector heeft te veel gevraagd van de natuur.
Alle grenzen zijn bereikt en overschreden’
Maar juist nu zijn er bergen restricties. Om de intensieve manier van werken doorgang te kunnen laten vinden, heeft Nederland een hypercomplex vergunningensysteem vol regels en beperkingen opgetuigd. Biedt alleen een strenge beperking op kunstmest en krachtvoer niet juist duidelijkheid?
‘Exact. En dat is natuurlijk ook waar minister Adema [van Landbouw, TO] naar kijkt, grondgebondenheid – het idee dat boeren voer van hun eigen land halen. Daar willen we afspraken over maken.’
‘Natuurherstel is niet alleen afhankelijk van stikstof. Het gaat ook om droogte, versnippering, waterkwaliteit. Ieder gebied heeft zijn eigen opgave. Bij natuurgebieden die stikstofgevoelig zijn, is dat de grootste drukfactor. In andere gebieden ligt het accent op water. Daarom is een mix van mogelijke maatregelen zo belangrijk.’
Trouw donderdag 8 december 1988