Nederlanders onderzochten op zee hoe de Noordzee de opwarming helpt te voorkomen
Zeeën en oceanen spelen een cruciale rol in de strijd tegen de opwarming van de aarde en dat geldt zeker ook voor de Noordzee, maar hoe gaat dat precies in zijn werk? Om daar achter te komen deden vijftien Nederlandse wetenschappers de afgelopen 2,5 week onderzoek in het diepste deel van de Noordzee, de Noorse Geul. Vanmiddag keren zij met hun schip de RV Pelagia terug in de haven van Texel.
De afgelopen dagen was de groep van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) “in jubelstemming”, vertelt onderzoeker Furu Mienis aan de telefoon vanaf de boot. Dankzij het rustige weer konden zij hun complete programma uitvoeren, waar dat bij dergelijke reizen vaak onmogelijk wordt gemaakt door de harde wind. Nu bleef het wekenlang rustig, al was het voor de kust van Noorwegen zeker niet zo warm als de afgelopen week in Nederland.
“We hebben het aan boord af en toe zelfs behoorlijk koud gehad”, bekent Mienis. “De lucht is dan wel behoorlijk opgewarmd, dat geldt in deze tijd van het jaar zeker nog niet voor de zee.”
Zonder zeeën aanzienlijk warmer
Daarmee is meteen ook de belangrijke functie aangegeven van de zeeën en oceanen voor de leefbaarheid van de aarde. Niet minder dan 71 procent van het oppervlak op onze ‘blauwe planeet’ bestaat uit water, dat 90 procent van alle extra warmte opneemt die door menselijke CO2-uitstoot ontstaat. Zouden we het zonder deze enorme buffer moeten doen, dan was het op aarde aanzienlijk warmer.
Niet alleen nemen de zeeën en oceanen minstens even veel door mensen veroorzaakte CO2 op als bossen; zij hebben ook een belangrijke functie als koolstofreservoir. De algen die de koolstof opnemen, zinken naar de bodem en worden daar als het ware begraven. Daarmee wordt de CO2 voor langere tijd opgeslagen. Terwijl bij bomen de CO2 vaker alsnog weer in de atmosfeer terecht komt.