Dit vogeltje voert een theater op om te overleven
Vogel Het aantal kleine plevieren dat in Nederland komt broeden, neemt toe. Jaap Vuijk bewondert hun silly walks.
Tussen de kiezels op het wandelpad, een tiental meters voor me, liep een steltlopertje en hij deed een beetje raar; alsof hij was weggelopen uit Monty Python’s Ministry of Silly Walks. Het was een stralende ochtend in duingebied Lentevreugd van Staatsbosbeheer bij Wassenaar. Alles wat een snavel heeft, liet weten dat het er was; het broedseizoen is in volle gang. Het gevederde bolletje op stelten viel op door zijn bijzondere loopje; steeds dribbelde hij een stukje, stond plots stil, checkte oplettend de omgeving en porde vervolgens fel met zijn korte snavel in de grond op zoek naar insecten, slakjes en wormen alvorens het weer op een lopen te zetten.
Ik herkende dit voor plevieren karakteristieke foerageerpatroon terwijl de gele oogring de onbekende ontmaskerde als een kleine plevier (Charadrius dubius).
Formaatje huismus
De fijngebouwde kleine plevier – formaatje huismus – broedt op zandstroken langs onze rivieren en meren en overwintert ten zuiden van de Sahara. Naast de bontbekplevier en de strandplevier is het de kleinste plevier die Nederland rijk is met een groeiende populatie van nu tweeduizend paar. In open terrein leggen de oudervogels vier eieren in een kuiltje tussen wat kiezels. De eitjes zijn fraai gecamoufleerd en hierdoor, ook wanneer je er vlakbij staat, nauwelijks vindbaar. Om de eieren en jongen nog beter te beschermen hebben plevieren over generaties heen een kunstje ontwikkeld dat tot doel heeft indringers, zoals vossen en kraaien, weg te lokken van het nest.
Bij naderend gevaar start één van de oudervogels een afleidingsmanoeuvre door met gebogen knieën opvallend onopvallend van het nest weg te sluipen. Een aantal meters verder hurkt de plevier; hij buigt voorover met kop en schouders, mogelijk om agressie uit te drukken. Hierna volgt het slotakkoord van deze bijzondere theateract wanneer de vogel doet alsof hij gewond is en met één of beide vleugels uitgeslagen op de grond gaat liggen.