DNB: inflatie raakt huishoudens verschillend, laagste inkomens hebben meeste last

Photo by www.52magic.net on Giphy

Huishoudens met een laag inkomen hebben de laatste jaren meer last van de hoge inflatie dan huishoudens met een hoog inkomen. Voor sommige lezers is dit vast een open deur, maar De Nederlandsche Bank legt in een maandag gepubliceerd onderzoek nog eens uit hoe dat zit. „Inflatie is meer dan een percentage”, schrijft DNB.

De inflatie is de afgelopen jaren uitzonderlijk hoog in Nederland, tot zeker 17,1 procent in september 2022. Het CBS meet de inflatie maandelijks en meldde afgelopen juli dat consumentengoederen en -diensten toen 2,9 procent duurder waren dan een jaar geleden – meer dan het streefpercentage voor inflatie van 2 procent. Vooral huisvesting, water en energie droegen bij aan de inflatie.

„Hoe hard je geraakt wordt door inflatie, hangt sterk af van de uitgaven die je doet”, schrijft toezichthouder DNB. „Hoe kleiner de financiële buffer, hoe harder de klap van inflatie aankomt en hoe groter de onzekerheid of alle rekeningen betaald kunnen worden”, aldus de centrale bank.

Eén op de drie huishoudens in de laagste inkomensgroep zegt stress te ervaren door de prijsstijgingen, tegen één op de zeven mensen in de hoogste inkomensgroep, blijkt in een opinieonderzoek van DNB. De financiële weerbaarheid van huishoudens is een belangrijke factor voor die stress, „naast verschillen in uitgavenpatronen en in de mogelijkheid om het uitgavenpatroon aan te passen”.

Lage inkomens in Nederland ervaren daarom vaker veel negatieve impact van de inflatie. Zij zijn een groot deel van hun inkomsten kwijt aan steeds hogere vaste lasten, zoals de huur, boodschappen en de energierekening, en hebben minder mogelijkheden om op uitgaven te bezuinigen om die kosten te dekken. Daarom ervaren zij de inflatie anders dan huishoudens met hoge inkomens.