Kosten voor pfas-sanering lopen op en belanden zelden bij vervuiler
De druk op pfas-producenten als het Amerikaanse Chemours houdt aan. Omwonenden van de fabriek in Dordrecht maken zich op voor hun 250ste protest, in afwachting van een verbod. Ondertussen zijn de schoonmaakkosten opgelopen tot 68 miljoen euro.
Al voor de tweehonderdvijftigste keer demonstreren omwonenden zaterdag in Dordrecht tegen het lozen van pfas door de fabriek van het Amerikaanse concern Chemours. Voor dit ‘emmertjesprotest’ vullen voortrekkers Joop Keesmaat en Kees van der Hel in de vroege ochtend hun emmers met grond, om die even later met andere demonstranten voor de fabriekspoort te storten.
Het protest vraagt om een lange adem, maar leidt volgens Keesmaat tot resultaat. “We hebben bereikt dat de bewustwording van het pfas-gevaar veel groter is geworden. Overheden en chemische bedrijven hebben nu een wettelijke verplichting om de uitstoot snel drastisch te verminderen. Ook zijn vergunningverleners en controlerende, handhavende instanties zich veel strenger gaan opstellen.”
Pfas is de verzamelnaam van een groep hardnekkige chemische stoffen, die het immuunsysteem kunnen beschadigen en bij langdurige blootstelling voor kanker en verminderde vruchtbaarheid kunnen zorgen. Het wekelijkse protest gaat door totdat Chemours stopt met de lozing van deze gevaarlijke stoffen, zegt Keesmaat, en haar verantwoordelijkheid neemt om − waar nodig − de omgeving te saneren.
Chemours is niet de enige verspreider van deze poly- en perfluoralkylstoffen, die volgens hoogleraar milieugezondheid Jacob de Boer als een sluier over het land liggen. En de schoonmaak van vervuilde grond is een flinke kostenpost voor Nederland.
De vervuiler betaalt niet: de schoonmaakkosten zijn opgelopen 68 miljoen euro
Uit onderzoek van het Financieele Dagblad en onderzoeksplatform Investico bleek dinsdag dat de kosten van de eerste 28 pfas-saneringen zijn opgelopen tot 68 miljoen euro. Aan 24 andere saneringen is nog geen prijskaartje te hangen. Het principe ‘de vervuiler betaalt’ gaat tot nu toe zelden op, waardoor veel kosten bij de belastingbetaler terechtkomen.