Kamervragen over hoge huurstijging
Huren en geld
Kamerleden stelden minister Keijzer (Volkshuisvesting) kritische vragen over de hoge maximale huurverhoging in 2025.
Tweede Kamerleden Habtamu de Hoop (GroenLinks-PvdA) en Sandra Beckerman (SP) hebben minister Keijzer (Volkshuisvesting) kritische vragen gesteld over de hoge maximale huurverhoging in 2025.
De Kamerleden willen weten waarom de minister huurverhogingen toestaat van 5% voor sociale huurwoningen en 7,7% voor middenhuurwoningen.
Minister maakt geen afspraken met huurders
In de Nationale Prestatieafspraken heeft de minister met woningcorporaties afgesproken dat de maximale huurverhoging in de sociale huursector 5% is. De Woonbond vond dit veel te hoog en is daarom uit de onderhandelingen gestapt. De minister wilde de maximale huurverhoging niet verlagen.
Meer huuropbrengsten corporaties
De Kamerleden vragen of het klopt dat corporaties op termijn, door wijzigingen in ‘Passend Toewijzen’, méér huurinkomsten krijgen. En of de huurverhogingen de bestaanszekerheid van huurders in gevaar brengt.
Betalen voor nieuwbouw én belasting
De Woonbond vindt het onbestaanbaar dat sociale huurders hoge huurstijgingen moeten betalen voor het oplossen van de woningnood. De wooncrisis is een maatschappelijk probleem. Als corporaties dit moeten oplossen door voldoende nieuwbouwwoningen te bouwen, zou dat door de hele samenleving moeten worden gefinancierd. Maar in plaats daarvan betalen corporaties hoge winstbelasting aan het Rijk. Geld dat dus niet geïnvesteerd kan worden in nieuwbouw en waar huurders extra huur voor betalen. Kamerleden De Hoop en Beckerman willen van de minister weten wat ze gaat doen om te voorkomen dat alleen huurders opdraaien voor de kosten van nieuwbouw van sociale huurwoningen.
Commerciële aanbieders van sociale huurwoningen mogen overigens ook 5% huurverhoging vragen, terwijl zij geen maatschappelijke meerwaarde bieden door woningen te bouwen, zoals woningcorporaties dat wel doen.