De 14.000 geplante bomen zijn slechts een eerste stap naar het voedselbos
Voedselbos
Het was een topjaar voor de Jonge Voedselbosboeren. De eerste stappen op weg naar een grootschalig en divers voedselbos zijn gezet. „Verandering in de landbouw moet van onze generatie komen.”
Het was anderhalf jaar geleden nog een wild idee om als vier twintigers zelf een voedselbos te beginnen. En dan geen hobbybosje met een paar bomen en struiken, maar een landbouwproject met tienduizenden bomen waar ze op termijn alle vier een deel van hun inkomen uit zouden verkrijgen.
Dat was het plan. En het werd in hoog tempo werkelijkheid.
Om te zeggen dat ze een succesvolle periode achter de boeg hebben, zou een understatement zijn. De Voedselbosboeren hebben onder meer een winnend voorstel ingediend voor het stuk grond van dertien hectare bij Arnhem Zuid, de financiering geregeld en vergunningen gekregen om bomen te planten en andere aanpassingen in het landschap te doen.
De Voedselbosboeren leggen op de helft van het terrein drie voedselbossen aan. Het gastronomisch bos gaat producten opleveren voor restaurants en speciaalzaken, het ‘rationele’ bos wordt gericht op grootschalige productie van noten en fruit en in het zelfoogstbos kunnen buurtbewoners met een abonnement zelf komen plukken. De overige 6,5 hectare wordt bestemd als akkerland, te beheren door een andere partij.
De vier gingen gedegen te werk, met uitgebreide plannen en begrotingen, en spreadsheets om ieders taken bij te houden. Ze moesten zich verdiepen in landbouwregels, organisatievormen, verdienmodellen en plantensoorten.
Ze surfden het afgelopen jaar op een golf van welwillendheid. Steun kwam van ervaren voedselbosbouwers, grondfondsen en fondsenverstrekkers, vrijwilligers en bestuurders. Een zaalverhuurder rekende een lager tarief, een kweker hoefde geen geld voor een lading bamboestokken. Weerstand van betekenis hebben ze eigenlijk niet ontmoet. En ze kregen buitengewoon veel aandacht in de media.
Als het nu zou eindigen, zou het al een succes zijn, zegt Sacha Brons in een gesprek aan het einde van het jaar.