Als de Rotterdamse tram remt, wordt de overtollige energie opgeslagen in de ‘powerbank’
Netcongestie
Drukte op het stroomnet dwingt bedrijven om creatieve oplossingen te vinden. Het Rotterdamse ov-bedrijf RET gebruikt een ‘powerbank’ om overtollige energie op te slaan en te gebruiken.
Tring, tring, tring. Iedere minuut scheert er wel een tram langs de hoge, moderne kantoorpanden op de Laan op Zuid in Rotterdam. Eenmaal de hoek om trekken ze energie uit de bovenleidingen om de Erasmusbrug op te klimmen, over de Nieuwe Maas heen, richting de binnenstad.
„Kijk… zie je dat zwarte, hoekige ding op het dak van de tram, gekoppeld aan de bovenleiding?”, vraagt Leo Vliegenthart, technisch systeembeheerder bij het Rotterdamse ov-bedrijf RET, terwijl weer een tram langsrijdt. „Dat is de pantograaf, waarmee de tram elektriciteit van de bovenleiding haalt. Een tram heeft energie nodig wanneer hij optrekt of een beetje meer snelheid nodig heeft voor bijvoorbeeld een brug.” Normaal krijgen bovenleidingen hun elektriciteit, 600 volt gelijkspanning, van een gelijkrichterstation via kabels onder de grond. Dat station, een gebouw van zo’n zeventig vierkante meter, is aangesloten op het stroomnet. Dat is het gangbare systeem.
Maar de tram die net voorbijkwam, krijgt op dit gedeelte van de Kop van Zuid zijn energie van een ‘powerbank’ in plaats van direct uit het stroomnet. De ov-energiebank staat om de hoek, vlak bij metrostation Wilhelminaplein. Hij slaat overtollige energie op die ontstaat wanneer trams remmen of buiten de spits rijden, en geeft deze terug aan trams die optrekken of een brug op gaan in een straal van zevenhonderd meter. De RET heeft er sinds afgelopen december één in gebruik, het systeem van Vliegenthart zit nog in een pilotfase.
Uiteindelijk hoopt hij dat ze voor het Rotterdamse ov-bedrijf, en ook voor ov-bedrijven in de rest van Europa, een oplossing zullen bieden voor de krapte op het elektriciteitsnet, oftewel netcongestie.