Belgische ‘verdrietdokter’ Dirk De Wachter: ‘Als het moeilijk gaat in het leven, moeten we het scherm opzij zetten’
Hij verzet zich tegen de gedachte dat de mens zijn geluk in eigen hand houdt. Nee, volgens de Belgische psychiater en hoogleraar Dirk De Wachter zit de ware betekenis van het leven en de oplossing van eenzaamheid eenvoudigweg in het contact met anderen.
Kijk door je oogharen, en hij zou een broer van Nick Cave kunnen zijn. Doe ze open, en je ziet dat aan zijn kapstok een witte jas hangt. Zodra zijn diepe stem klinkt, weet je meteen dat je te maken hebt met de ‘verdrietdokter’ die zo bevlogen en troostend kan vertellen.
Eenzaamheidsepidemie
Aanleidingen genoeg dus om met hem te komen praten over eenzaamheid, een probleem dat veel in de media is en volgens recente onderzoeken haast epidemische vormen begint aan te nemen. Bijna de helft van de Nederlanders zegt zich eenzaam te voelen. Eén op de zeven ervaart dit gevoel ‘sterk’. De stijging is vooral onder jongeren te zien, en groter bij meisjes. In Vlaanderen zijn de cijfers vergelijkbaar.
De Wachter keek er aanvankelijk van op, zegt hij. ‘Het klassieke beeld van eenzaamheid, dat is toch de oudere mens van wie de partner is gestorven en hun kinderen ver weg wonen. Van jongeren denk je al snel: hoe kan je nu eenzaam zijn op je 20ste?
‘Maar dat blijkt toch zo te zijn. En dan vergeten we nog de tussencategorie, waaraan men een beetje voorbijgaat. Zij zijn ook vaak eenzaam hè.’
De psychiater spreidt zijn armen. Waar te beginnen? Eenzaamheid, benadrukt hij, is iets anders dan alleen zijn. ‘Dat is een belangrijk onderscheid, al was het maar omdat er in de westerse wereld steeds meer mensen alleen wonen.
‘Als je goed geconnecteerd bent en regelmatig vrienden en familie ziet, dan is het geen probleem vaak alleen te zijn. Zulke mensen zijn wat ik noem ‘allenig’, waarin het woord lenig verstopt zit. Ook in een huwelijk of binnen een gezin kun je eenzaam zijn. De definitie is: ik heb niemand bij wie ik terecht kan. Op lastige momenten, en die zijn er in het leven af en toe, is er niemand die mij begrijpt, die mij kan troosten, die er ís.’
U bent al 35 jaar psychiater. Heeft u de eenzaamheid zien groeien?
‘Ik moet daar voorzichtig mee zijn. We kunnen zulke onderzoeken niet vergelijken met cijfers van vijftig jaar geleden, want die zijn er gewoon niet. Ik stel me voor dat een homoseksuele jongen in een klein Nederlands of Belgisch dorpje erg eenzaam zal zijn geweest, en dat het in deze tijd voor die jongen misschien wel iets makkelijker zal zijn.