Armoedebestrijding: in de formatie van kabinet-Schoof is er nota bene geld weggehaald bij de laagste inkomens!

banknotes, euro, paper money
Photo by martaposemuckel on Pixabay

Meer dan een half miljoen Nederlanders leven in armoede, bleek deze week. Politici vinden dat allemaal erg, maar waarom roeien ze armoede dan niet uit? Kan dat niet? Of wíllen ze het niet?

Armoede is er altijd geweest in Nederland, en zal er altijd blijven. Geen kabinet heeft het ooit uitgeroeid, ook niet bijna. Armoede, zo kun je concluderen, is onvermijdelijk.

Of niet?

Jurgen Nobel, staatssecretaris Participatie en Integratie

Den Haag, 19 juni 2024.
Jurgen Nobel, staatssecretaris Participatie en Integratie
© Rijksoverheid Beeld: Martijn Beekman

Maar als politici armoede echt zo erg vinden, waarom maken ze dan nooit plannen om die volledig uit te bannen? 

Ester Barendregt Hoofdeconoom © RABO
Matthew Desmond discusses his book, “Poverty, By America,” with Frederick Wherry at the 2023 Library of Congress National Book Festival, August 12. Photo by Shawn Miller/Library of Congress.

Het kabinet-Schoof heeft niet het voornemen om armoede uit te bannen, en ook niet om het te verminderen. Rutte IV, het eerste Nederlandse kabinet met een armoedeminister (Carola Schouten) had dat voornemen wel: dat kabinet wilde het aandeel Nederlanders in armoede in 2030 halveren ten opzichte van 2015.

Maar in het begin nam Rutte IV nog nauwelijks maatregelen om dat doel te halen. „Dat begon pas”, zegt Custers, „na de Russische inval in Oekraïne, toen de prijzen ineens hard stegen.” De politiek verlaagde de energiebelasting en de accijns bij de benzinepomp, er kwam een prijsplafond voor energie, en huishoudens kregen twee keer een bedrag van 190 euro. De armoede werd in die tijd vooral verminderd doordat de allerlaagste inkomens een tijdelijke energietoeslag van 1.300 euro per jaar kregen, via hun gemeente.

Anna Custers Lector Armoede Interventies © Hogeschool Amsterdam
Egbert Jongen Hoogleraar Economie en sociaal-economisch beleid © Universiteit Leiden

Op Prinsjesdag bewees het kabinet dat het stevig terugdringen van de armoede niet de bedoeling is. Voordat het kabinet-Schoof aan de begrotingsonderhandelingen begon, in augustus, leek de armoede te gaan dalen van 4,5 procent nu naar 4,1 procent in 2025, volgens de oude armoededefinitie. Dat had het Centraal Planbureau (CPB) becijferd op basis van het hoofdlijnenakkoord. Daarna stelde het kabinet zijn plannen bij: de huurtoeslag wordt niet in 2025, maar pas in 2026 verhoogd. En een belastingverlaging werd deels uitgesteld. Resultaat: de armoede zou nog maar nipt dalen, naar 4,4 procent, volgens de CPB-raming op Prinsjesdag. „In de onderhandelingen is er geld weggehaald bij de laagste inkomens”, zegt Custers, „in lijn met de doelstelling van dit kabinet”.