Overal een ‘straatje erbij’ bouwen is niet de oplossing voor de woningnood

housebuilding, new building, single family home
Photo by 2211438 on Pixabay

Woningen bouwen langs de bebouwde kom is snel en goedkoop. Maar het levert slechts 10 procent van de benodigde woningen op, zegt het Planbureau voor de Leefomgeving.

Het klinkt als een simpele oplossing: in alle steden en dorpen van Nederland gewoon „een straatje erbij” bouwen om de woningnood tegen te gaan. Het staat in het regeerprogramma van het kabinet-Schoof, naast de locaties voor grootschalige woningbouw. Ook de voorganger van woonminister Mona Keijzer (BBB), Hugo de Jonge (CDA), had het vaak over „een straatje erbij”.

Maar waar kunnen die extra straatjes worden gebouwd en hoeveel woningen levert dat uiteindelijk op?

Maximaal 95.000 woningen, heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) nu berekend. Daarmee is het „een bescheiden bijdrage” van 10 procent van de woningbouwopgave, volgens het adviesorgaan van regering en parlement. Tussen 2022 en 2030 wil het Rijk in totaal 981.000 woningen bouwen om de woningnood tegen te gaan.

Villa’s

Het idee van ‘een straatje erbij’ is niet nieuw: verspreid door heel Nederland is er al op dit soort kleinschalige manier uitgebreid, met bijvoorbeeld appartementencomplexen, villa’s of een mix van woningtypes, uit verschillende jaren. Maar door het oplopende tekort van ongeveer 400.000 woningen wordt het straatje erbij nu besproken als strategie.

„Met een straatje erbij laat je ruimtelijke ordening eigenlijk los en ga je ad hoc bouwen”, zegt Arjan Harbers van het PBL, hoofdauteur van het rapport. „Het is snel, gemakkelijk en goedkoop, want infrastructuur zoals wegen, riool en kabels hoef je niet nieuw aan te leggen.”

Er zijn ook argumenten tegen straatjes erbij bouwen. Zo hebben steden vaak nog de ruimte om te ‘verdichten’ met extra woningen op lege plekken, terwijl door extra straatjes de groene zones tussen de steden dichtslibben. Nieuwbouwwoningen aan stadsranden zijn vaak ruimer en duurder, wat het landelijke tekort aan sociale huur niet verkleint. In vergelijking met grote bouwlocaties vraagt het relatief veel planning en zijn de uitvoeringskosten hoog.

In de wereld van ruimtelijke ordening zijn er ook duidelijke tegenstanders. Lector Cees-Jan Pen van Fontys Hogeschool bijvoorbeeld noemt de „omarming” van straatje-erbij-planologie „ideeënarmoede”.