De overheid moet Schiphol genoeg tegenwicht geven, maar heeft die rol nooit serieus ingevuld
COMMENTAAR VOLKSKRANT
Even leek de zon door te breken voor de omwonenden van Schiphol. Interim-directeur Ruud Sondag, die in een mum van tijd orde op zaken stelde op de luchthaven, maakte een jaar geleden bekend dat Schiphol nu ook zelf wilde krimpen en onder meer wilde stoppen met de nachtvluchten die veel omwonenden uit hun slaap houden.
Er was aleen krimpplan van het kabinet waarbij het jaarlijks aantal vluchten zou worden teruggebracht van 500- naar 440 duizend. Sondag ging hier nog eens overheen.
Inmiddels zijn de wolken terug. De nieuwe baas van Schiphol, Pieter van Oord, neemt het woord ‘krimp’ niet in de mond; hij had het bij zijn eerste optreden vooral over miljardeninvesteringen.
Ook het kabinet heeft het niet meer over krimp. De nachtvluchten blijven, minstens tot 2027. Omwonenden moeten het doen met de weinig concrete belofte dat de vliegtuigen in de toekomst minder lawaaiig zullen zijn.
Dat het maar niet lukt om Schiphol te beteugelen, komt vooral door de ongezonde machtsbalans rond de luchthaven. Hierdoor komen de belangen van de omwonenden en het milieu automatisch in de verdrukking.
Degene die Schiphol moet controleren, de Nederlandse overheid, is tevens de belangrijkste aandeelhouder. Dat Schiphol zelf wil groeien is te begrijpen, maar in een gezonde samenleving krijgt ze voldoende tegenwicht van een overheid die in de eerste plaats haar burgers en haar milieu wil beschermen.
De overheid heeft deze rol rond Schiphol nooit serieus ingevuld. Grenzen werden voortdurend opgerekt. In plaats van luchtvaartmaatschappijen te ontmoedigen voor het overvolle Amsterdam te kiezen, werden prijsvechters gelokt met lage tarieven.
Sondag besloot zelf zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Zijn opvolger Van Oord loopt hier voor weg. Toen hij zijn prioriteiten moest opsommen, kwamen de omwonenden pas op de vierde plaats. Hij legt zichzelf geen enkele grens op. ‘Uiteindelijk wordt dat besluit genomen in Den Haag’, zei hij onder meer.
Van Oord dreigt zo net als vele van zijn voorgangers een loopjongen van KLM te worden. Misschien kon ook niet anders worden verwacht van iemand die carrière heeft gemaakt bij een internationale baggeraar, die doordrenkt is van het internationale groeidenken en gericht is op het sluiten van grote deals en zeker niet getraind is in de ingewikkelde en precaire balans die rond de luchthaven moet worden bewaakt.
Het kabinet toont eens te meer aan dat het niet in staat is om in het volle Nederland duidelijke keuzes te maken en dus ook grenzen op te leggen. Minister van Infrastructuur Barry Madlener lijkt – niet alleen in dit dossier – het opleggen van grenzen al snel als betutteling te zien. Het zou goed zijn als hij snel bij de omwonenden van Schiphol langsgaat om te beseffen dat de vrijheid van de een ook in dit geval ten koste gaat van de vrijheid van de ander.