Bouw even snel een veiligheidsklep in in het toeslagenstelsel
Het lijkt in Den Haag maar over één ding te kunnen gaan (het woord begint met een a en eindigt op crisis). Staat er dan helemaal niets anders interessants in al die documenten die de afgelopen week door het kabinet zijn gepubliceerd? Toch wel. Het kabinet-Schoof is dan misschien ‘merkwaardig’, schreef chef politiek Raoul du Pré deze week al in het commentaar van deze krant. Maar ‘voor een groot deel zetten de nieuwe ministers het beleid van hun voorgangers gewoon door’.
Rond ‘bestaanszekerheid en koopkracht’, het eerste hoofdstuk van het Regeerprogramma, lijkt het kabinet-Schoof inderdaad wel een gewoon kabinet. […]
[…] Die oplossing is: het inbouwen van een veiligheidsklep in de toeslagen. In een notendop werkt het zo. Mensen vragen voor dit jaar op basis van hun verwachte inkomen en kosten toeslagen aan van 100 euro. De overheid keert direct uit: 95 euro. De rest, 5 euro, is de veiligheidsklep. Na afloop van het jaar, als het inkomen en de kosten definitief bekend zijn, kan de rekening worden opgemaakt. Liep het jaar zoals verwacht: dan wordt de 5 euro alsnog overgemaakt. Waren de inkomsten van het huishouden hoger (of de kosten lager)? Dan is er die veiligheidsbuffer van 5 euro die in veel gevallen helpt voorkomen dat huishoudens geld moeten terugbetalen.
Hoe verder de veiligheidsklep wordt opengezet (5 euro, 10 euro, 25 euro?), des te kleiner de kans dat een huishouden geld moeten terugbetalen.
Maar huishoudens dan die elke euro nodig hebben? En wel nu? De overheid kan de veiligheidsklep als standaard gebruiken, en huishoudens de gelegenheid geven hiervan af te wijken (‘veiligheidsklep uit’). Over de uitwerking hiervan kan je óók een boom opzetten.
Maar die grote discussie over het belasting- en toeslagenstelsel gaat langer duren dan de zittingstermijn van dit kabinet. Deze veiligheidsklep tegen terugvorderingen is gewoon zo’n dingetje dat je binnen één periode kan regelen. Wel zo praktisch.