„Als je geen migratie wilt, moet je je economie naar de knoppen helpen.”
Kabinet onderzoekt ‘algeheel verbod’ op uitzendwerk in sectoren met misstanden rond arbeidsmigratie
Minister van Sociale Zaken Eddy van Hijum (NSC) overweegt een ‘algeheel verbod’ op uitzendwerk in sectoren waar misstanden met arbeidsmigranten voortduren. Dat schrijft hij maandag in een brief aan de Tweede Kamer.
Het gaat vooralsnog enkel om een ‘verkenning’ van de mogelijkheid om uitzendwerk in een sector geheel te verbieden. Van Hijum vindt zo’n verbod een ‘ingrijpende stap’ en ziet het daarom ook als ‘laatste redmiddel’ als andere maatregelen om de situatie van arbeidsmigranten te verbeteren niet blijken te werken. Een andere mogelijkheid waar de minister naar kijkt, is een flinke inperking van het aantal uitzendkrachten in een sector.
Vooral signalen uit de vleessectoren lijken voor Van Hijum reden te zijn om nu de maatregelen te onderzoeken. Zo zag de Arbeidsinspectie een hoog percentage ontslagen op staande voet, met name onder arbeidsmigranten in die sector. Migranten verliezen in zo’n geval vaak niet enkel hun werk, maar ook hun woning, waardoor ze dakloos worden.
Afspraken vleessector
Inmiddels zijn er naar aanleiding van de signalen afspraken gemaakt met de vleessector, maar Van Hijum wil een ‘sectoraal verbod’ achter de hand hebben als daarmee onvoldoende voortgang wordt geboekt. De minister vindt dat de misstanden al veel te lang voortduren.
De brief lijkt dan ook vooral een waarschuwing te zijn voor werkgevers die de misstanden in stand houden. Het gaat dan ook om bedrijven die geen goede huisvesting regelen voor arbeidsmigranten. Zij moeten ‘orde op zaken stellen’, schrijft de minister. ‘Als bedrijf moet je mensen fatsoenlijk behandelen en de problemen niet afschuiven op de samenleving. Iedereen heeft recht op een zeker bestaan, ook arbeidsmigranten.’
Met zijn boodschap zet Van Hijum de lijn voort die al door zijn voorganger Karien van Gennip (CDA) was ingezet. Twee jaar geleden kwam zij ook met een vergelijkbaar betoog. Volgens Van Gennip waren de arbeidsomstandigheden en de slechte behuizing van veel arbeidsmigranten ‘Nederland onwaardig’. Ook zij wilde het tij keren door in te grijpen in de uitzendbranche, onder meer met een wet die strengere eisen aan bureaus stelt. Van Hijum wil daarmee doorgaan.
„Als je geen migratie wilt, moet je je economie naar de knoppen helpen.”
hoogleraar migratie Hein de Haas
Automatisering slachterijen
[…] In het debat over arbeidsmigratie gelden slachterijen als een plek waar machines veel werk kunnen overnemen. In de sector wordt hard gewerkt aan automatisering, maar volledige robotisering is nog ver weg. „Er zijn nog honderd stappen te zetten.”
Helft personeel uit het buitenland
Het slachthuis in Schagen is a-typisch: het bedrijf telt ruim twintig man personeel, allemaal hebben ze een Nederlandse achtergrond, de meesten zijn ouder dan vijftig jaar, de jongste is 33. Het bedrijf is qua omvang niet te vergelijken met de megaslachthuizen die in Nederland de dienst uitmaken. Zoals Vion (5,3 miljard omzet in 2022), waar bijna twaalfduizend personen werken. Duizenden van hen komen uit Polen, Roemenië en Bulgarije. In slachthuizen komt de helft van het personeel uit het buitenland, volgens een onderzoek van onderzoeksbureau SEO uit 2022. In die slachthuizen gaat het er een stuk minder ‘ambachtelijk’ aan toe dan in het kleine slachthuis in Schagen.
De strijd tegen de malafide uitzenders is begonnen
Column door Frank Kalshoven
Dat minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) Eddy van Hijum deze week de gedachte opperde om in bepaalde sectoren van de economie uitzendwerk geheel te verbieden, verbaasde me nogal, net als de gretigheid waarmee er in de Tweede Kamer op werd gereageerd. Het is een reuzestap van ‘vrij baan voor uitzendwerk’ naar ‘in deze sector is uitzendwerk verboden’. Daar zitten toch wel wat (beleids)pasjes tussen? Inmiddels heeft mijn verbazing plaatsgemaakt voor begrip.
Wat is er aan de hand in het uitzendwezen? De hoofdlijn is dat de herregulering van de uitzendsector er (eindelijk) aan zit te komen. Alweer bijna vijf jaar geleden adviseerde de commissie-Borstlap over de toekomst van werk. Als het om de uitzendsector gaat was ons belangrijkste advies (ik mocht lid zijn van het gezelschap): ruim die sector toch op! Weer malafide uitzendbureaus die arbeidsmigranten uitbuiten en de arbeidsmarkt verpesten, en voorkom dat hun eigenaren steeds weer kunnen terugkeren met nieuwe uitbuitbureaus.
[…]
Om die toestand snel te verbeteren, sneller dan middels de slakkengang van dat toelatingsstelsel, werken allerlei organisaties uit de vlees- en de uitzendsector nu samen in een ‘taskforce’ die tot doel heeft ‘binnen twaalf maanden alle malafide uitzenders uit de vlees- en pluimveesector verwijderd te hebben’.
U kunt zich het tegen- en meestribbelen van betrokkenen voorstellen. Dit raakt immers aan de boterham van uitleners én inleners in de vleessector, en niet van een enkeling. Tijdens zo’n proces is het handig als de minister in een Kamerbrief nonchalant laat vallen dat hij uitzendwerk in een sector ook kan verbieden. Sterker: ‘Het is een bestaande bevoegdheid.’ Ik zou bijna schrijven dat ze in de vlees- en pluimveesector na zo’n dreigement eerder eieren voor hun geld zullen kiezen – maar dat zou flauw zijn.
VVD bepleit ‘slimmere’ arbeidsmigratie in visiestuk, dreigt met fiscale ingrepen
Visiestuk De plannen van Kamerlid Thierry Aartsen markeren dat de VVD het afgelopen jaar een nieuw standpunt heeft ingenomen over arbeidsmigratie. Van oudsher voelt de partij weinig voor beperkende maatregelen in het vrije verkeer van goederen en personen.
De VVD wil het aantal „laagproductieve” arbeidsmigranten in Nederland verlagen door werkgevers met financiële prikkels te verleiden tot automatisering en werkgevers die daar niet aan meewerken te straffen met hogere belastingen. In een maandag gepubliceerd visiestuk onder de naam ‘Kiezen wie we echt nodig hebben’ heeft Kamerlid Thierry Aartsen deze ideeën uitgewerkt.
[…] In het nieuwe visiestuk wordt benadrukt dat de VVD arbeidsmigratie niet naar nul wil terugbrengen, maar vooral anders — of in de woorden van Aartsen: „slimmer” — wil inrichten. In de kern betekent dit dat er minder „laagproductieve” migranten naar Nederland moeten komen om tomaten te plukken, vee te slachten en distributiecentra draaiende te houden. Kennismigranten moeten juist wel naar Nederland worden gelokt. Aartsen ziet weinig in het idee om bepaalde sectoren af te stoten, zoals de Staatscommissie onder leiding van Richard van Zwol begin dit jaar adviseerde.
Arbeidsmigratie en de aanpalende gezinsmigratie zijn de grootste aanjagers van bevolkingsgroei. De afgelopen eeuw kwamen er dubbel zo veel arbeidsmigranten naar Nederland als asielzoekers.
De meeste arbeidsmigranten werken nu in de tuinbouw, distributie, bouw en de vleesverwerkende industrie. Ongeveer de helft doet dit als uitzendkracht via een uitzendbureau.