Minder auto’s in de wijk? ‘Iedereen ruilt graag de auto van een ander in’

Op straat spelen. Rijswijk” by nandasluijsmans is licensed under CC BY-SA 2.0

Minder blik op straat? Goed idee, maar ‘iedereen wil graag de auto van een ander inruilen’

Vrijwel iedereen wil ruimte in de eigen straat, maar bijna niemand is bereid de auto én de parkeerplek in te leveren. ‘Toen we geen kinderen hadden, had het best gekund.’

Een moestuin, een speelplek, een koffieterrasje: dat zou zomaar in de plaats kunnen komen van al die parkeerplaatsen waar menig woonwijk mee vol ligt. Een cultuurproject in Utrecht laat bewoners voor een dag ervaren hoe je de ruimte ook anders kunt gebruiken. Maar zouden bewoners hun eigen auto ook daadwerkelijk opgeven?

Verscholen achter bamboeplanten keuvelt een tiental omwonenden van het Aalscholverhof in Utrecht over het wel en wee in de buurt, het leven, de kinderen. Ze zitten met hun espresso of cappuccino midden op een parkeerplaats rond twee bistro-tafeltjes. Naast het zitje staat een verrijdbare kast met een koffiemachine en wat koekjes. ‘Buurtkoffie’, staat er in grote letters boven. Voor één dag moet de heilige koe even wijken voor gezelligheid. Een fijn idee, minder blik op straat, daar is de buurt het snel over eens. Maar hoe?

“Ik denk dat iedereen graag de auto van iemand anders wil inruilen”, slaat buurtbewoner Roel van der Veen de spijker op de kop. “Iedereen zegt al snel: leuk. Maar als puntje bij het paaltje komt, verandert dat.” Het hangt ook heel erg af van de situatie, ziet zijn partner Coralie Zwarenstein. “Ik zou hier wel een moestuin willen maken.” Maar de auto ervoor opgeven, is lastig. “Zeker niet met kleine kinderen. Toen we geen kinderen hadden, had het best gekund.”

Verderop aan de Tuinbouwstraat hebben auto’s plaatsgemaakt voor een gigantische teddybeer. Die geeft de ‘Teddy Bear Picnic’ voor het huis van Robbert Buijings en Yoni Vermeire een feestelijk tintje. Vermeire denkt dat de straat leefbaarder wordt met minder blik: “Je hebt meer ruimte voor groen, voor de kinderen. Dat niet de auto dominant is, maar de voetganger en de fietser.”

De auto helemaal weg is een te grote stap, maar Buijings wil er ook een offer voor brengen: “Ik zou hem best in een transferium aan de rand van de stad willen zetten.” Ze beseffen dat hun situatie zich er ook wel voor leent, zegt hij: “Ik werk in de stad. Het ligt heel anders als je de auto echt voor je werk nodig hebt.”