2024: Kleine koopkrachtstijging voor meeste huishoudens
De meeste Nederlandse huishoudens hebben volgend jaar een lichte koopkrachtstijging, van minder dan 1 procent. De meeste zzp’ers en sommige gepensioneerden gaan er in 2025 op achteruit. Dat blijkt uit de berekeningen die het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) maakte op basis van de Miljoenennota die vandaag is gepresenteerd. ‘We zien veel kleine plusjes en wat minnetjes’, aldus Nibud-directeur Arjan Vliegenthart.
Omgerekend in euro’s gaan de meeste huishoudens er een bedrag van tussen de € 1 en € 50 per maand op vooruit. Arjan Vliegenthart: ‘Er verandert niet zoveel in de koopkracht van huishoudens, tenzij ze te maken krijgen met grote persoonlijke veranderingen natuurlijk. Maar dit kabinet begint voorzichtig, de aangekondigde lastenverlichting zien wij maar voor een gedeelte terug.’
‘Wat we wel zien is dat ze in de toeslagen doorborduren op eerder gemaakte veranderingen en plannen. Dat zie je bijvoorbeeld positief terug in de huurtoeslag voor 2025. Maar veel mensen zullen de paar tientjes die zij extra kunnen besteden, al hebben uitgegeven voordat ze het doorhebben.’
Plusjes door loonstijging
Zo wordt voor 2025 een gemiddelde cao-loonstijging van 4,3 procent verwacht, maar stijgen de prijzen waarschijnlijk met 3,2 procent. Ook de zorgpremie stijgt waarschijnlijk met € 10. Het eigen risico blijft ook in 2025 € 385 per jaar. Daardoor zullen de huishoudens die deze loonstijging krijgen er toch maar weinig aan overhouden. Ook zijn er veranderingen aan de kant van de belastingen die ervoor zorgen dat de koopkrachtstijging veelal lager dan 1 procent zal liggen.
Werkenden voor wie geen of minder loonstijging in het verschiet ligt, kunnen hun koopkracht zien dalen. Voor gepensioneerden ligt de koopkrachtverandering tussen de -0,1 en +1,5 procent. Zij danken die verandering aan de verhoging van de AOW en de aanvullende pensioenen, die naar verwachting met 3,1 procent stijgen.
Extra belastingschijf
Er komt een belastingschijf bij, het tarief in de eerste schijf gaat omlaag en het tarief in de tweede schijf gaat omhoog. Hierdoor gaan huishoudens minder belasting betalen. Tegelijkertijd gaat de algemene heffingskorting omlaag, waardoor het voordeel van de extra schijf beperkt of zelfs nadelig is. Zo betaalt iemand die dit en volgend jaar het minimumloon verdient € 317 minder belasting in de eerste schijf, maar kost de verlaging van de heffingskorting diegene € 200. Meer uren werken zal voor deze huishoudens volgend jaar meer opleveren.