Intensieve landbouw is failliet, maar kabinet gaat door op oude weg
Commentaar NRC: Europese mestregels
Wat de Europese Commissie betreft is het klaar, maar het nieuwe kabinet in Den Haag heeft de hoop op soepele mestregels niet opgegeven. Twintig jaar lang kon Nederland in dit dossier rekenen op een voorkeursbehandeling. Waar boeren in de meeste andere EU-landen maximaal 170 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare mochten uitrijden, gold voor Nederlandse boeren een hogere limiet van 250 kilo. Per 1 januari 2026 stopt dit, maar het kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB wil dat de ‘derogatie’ wordt verlengd. Na het zomerreces zal Femke Wiersma, door de BBB naar voren geschoven als minister van Landbouw, moeten laten zien of ze de onder boeren hooggespannen verwachtingen kan waarmaken.
Eenvoudig wordt dat niet. Nederland heeft juist in dit dossier veel krediet verloren. Het haalde nooit de Europese normen voor waterkwaliteit, ondanks vele beloftes. De intensivering van de Nederlandse veestapel ging door, en kwam na de afschaffing van het melkquotum zelfs in een stroomversnelling. Met het afvoeren van overtollig mest kon worden gefraudeerd, mede door falend overheidstoezicht, zo onthulde NRC eind 2017. Daar komt bij dat dit kabinet ook in andere dossiers (migratie, Europese begroting) een grote broek aantrekt in de EU. Alleen maar eisen stellen en zelf niets willen – dat gaat zelden goed in Brussel.
Natuurlijk: zeg nooit nooit. Ook de oorspronkelijke derogatie kwam in 2004 op wonderlijke wijze tot stand, zo reconstrueerde NRC afgelopen week. Dankzij een spectaculaire uitruil van belangen met Italië – het woord koehandel is hier zeer toepasselijk – wist Nederland het voordeel binnen te hengelen. Het huidige politieke klimaat is ook niet per se ongunstig voor minister Wiersma. Bij de laatste verkiezingen schoof het Europees Parlement op naar rechts. De Europese politiek ging in de afgelopen jaren vaker door de knieën voor het felle boerenprotest. Wellicht valt er dus nog wat te halen.
De vraag is wat boeren hiermee opschieten. Twintig jaar derogatie heeft ze alleen maar meer hoofdpijn bezorgd. De soepelere mestregels boden soelaas maar zijn onvoldoende gebruikt om problemen duurzaam aan te pakken. Sterker nog: er werd keihard op dezelfde weg doorgegaan. Politiek-diplomatiek werd het indertijd slim gespeeld door minister Cees Veerman: Italië had een probleem met te veel melk, Nederland met te veel mest, en de landen sloten een deal waar de Commissie voor moest buigen. In maatschappelijk opzicht heeft de derogatie ontwrichtend gewerkt: boeren kunnen niet meer zonder, burgers draaien op voor de door intensieve veeteelt veroorzaakte vervuiling en ziektes, en de natuur zit in de knel.
Het verdienmodel van de intensieve landbouw is ‘failliet’, benadrukt oud-hoogleraar Jan Douwe van der Ploeg deze week in een interview met NRC. Krampachtig wordt er vastgehouden aan de mythe dat Nederland landbouwkampioen is en de wereld van voedsel voorziet. Terwijl de Nederlandse landbouw uit zijn voegen barst, pogen andere landen de draai te maken naar ‘agro-ecologie’, landbouw die weer in relatie staat tot mens, dier en natuur. Meer kleinschalige landbouwvormen waarvan de winstgevendheid is bewezen, en die ook minder kwetsbaar zijn voor prijsschommelingen op de volatiele voedselmarkt. Nederland, waarschuwt Van der Ploeg, ligt „dramatisch achterop” bij zulke innovaties. De obsessie met de derogatie staat helder denken in de weg.