Halfhartig historisch bewustzijn heerst
COLUMN HUBERT SMEETS
Uitgerekend bij de regeringspartijen, die zich laten voorstaan op hun verlangen naar de gouwe ouwe tijd, is het beroerd gesteld met de kennis van onze vaderlandse geschiedenis. Vorige week kwam het gebrek aan historisch bewustzijn van PVV, NSC en BBB schrijnend aan het licht, na het bericht dat de Duitse justitie jacht maakt op een Oekraïner die de gasleiding Nord Stream in 2022 zou hebben opgeblazen. […]
Coalitieleider Wilders verordonneerde de regering haar steun aan Kyiv te „heroverwegen” mocht Oekraïne inderdaad achter de sabotage zitten. Vermeer preludeerde daar, zij het iets voorzichtiger, eveneens op. Omtzigt had nog meer haast en eiste dat het kabinet binnen drie weken de boekhouding opmaakt en bekend maakt hoeveel staatsbedrijf Gasunie de „afgelopen 3 jaar heeft afgeschreven op Nord Stream? ”
Pijnlijker nog dan hun gretigheid om via persbureau Tass in een goed blaadje te komen bij Gazprom, een van de belangrijkste steunpilaren van Poetin, was het feit dat de drie politieke leiders zo ook ons eigen Hollandse verleden, waarin een vergelijkbare actie tot in de voetbalstadions werd bezongen, bezoedelden. Want wat deed Piet Hein in 1628, toen hij de Spaanse zilvervloot veroverde, anders dan de Oekraïense diepzeeduiker die door de Duitse justitie wordt gezocht? Beiden kaapten de oorlogskas van de vijand: niets meer en niets minder.
Niettegenstaande de principiële verschillen tussen de aard van de trans-Atlantische slavenhandel toen en het Russische nationaal-imperialisme nu – en afgaande op de reconstructies van Nieuwsuur, The Wall Street Journal en andere serieuze media – zijn de overeenkomsten tussen de aanval op de zilvervloot en Nord Stream zelfs verbluffend groot.
Beide acties voltrokken zich in min of meer neutrale wateren: te weten in de Baai van Matanzas bij Cuba respectievelijk in de Oostzee tussen Zweden en Polen. Beide waren gericht tegen de economische slagader van een expansieve mogendheid in Europa. De zilveraanvoer uit Latijns-Amerika was in de 17de eeuw onontbeerlijk voor de Armada van Spanje. Dankzij de aardgasleveranties aan onder meer de Duitse industrie en de Nederlandse gashandel kon Rusland sinds 2014 ongestoord de oorlog tegen Oekraïne financieren.
Beide waren een publiek-private onderneming. Piet Hein veroverde de zilvervloot in dienst van de West-Indische Compagnie. Verdachte Volodymyr V. zou de pijpleiding hebben gesaboteerd op verzoek van patriottische Oekraïense zakenlui. Hun overheden dekten de risico’s af met een kapersbrief of een knipoog. […]
En lest best, beide operaties werden beraamd door leiders van jonge landen die tegen een koloniale overmacht vochten om hun internationaal erkende soevereiniteit te behouden.
Wilders, Omtzigt en Vermeer verloochenen deze parallellen, zoals ze tot nu toe ook nooit oog hadden voor een paradox die hen juist met Oekraïne zou moeten verbinden: de coïncidentie dat Nederland zijn onafhankelijkheid in 1648 in Münster verankerde, precies zes jaar voordat Oekraïners hun autonomie in 1654 in Perejaslavl juist aan de Moskouse tsaar verloren. Het patriottisme van deze drie politieke leiders is daarom flinterdun en vooral goedkoop. Wie Piet Hein oprecht wil bejubelen als vaderlandse zeeheld, zou de sabotageactie van Volodymyr V. niet moeten willen wreken.
Hubert Smeets is journalist en historicus. Hij schrijft om de week op deze plaats een column.