EU wekt in ‘historische verschuiving’ voor het eerst meer elektriciteit op met zon en wind dan met fossiele brandstoffen
Energietransitie
Nooit eerder werd er zo weinig elektriciteit opgewekt uit fossiele brandstoffen in de EU als in de eerste helft van 2024. Wetenschappers spreken van een „ongeëvenaarde daling in zo’n korte periode”.
Nooit eerder werd in de Europese Unie zo’n lage afhankelijkheid van fossiele brandstoffen gemeten als in de eerste helft van 2024, terwijl de wereldwijde vraag naar energie groeit en de gasprijzen weer terug zijn op het niveau van voor de uitbraak van de oorlog in Oekraïne. Dat blijkt uit een dinsdag verschenen rapport van de Amerikaanse energiedenktank Ember. De verminderde afhankelijkheid is voornamelijk toe te schrijven aan de groeiende opwekking van zonne- en windenergie: voor het eerst werd in de EU meer elektriciteit opgewekt met zon en wind dan met fossiele brandstoffen.
In de eerste helft van dit jaar werd er 17 procent minder energie opgewekt uit fossiele brandstof dan in dezelfde periode een jaar geleden, aldus het rapport. De uitstoot van broeikasgassen bij de opwekking van energie daalde met 31 procent ten opzichte van de eerste helft van 2022. De auteurs van het rapport spreken van een „ongeëvenaarde daling in zo’n korte periode”.
Meer zon en wind dan fossiel
In dertien lidstaten werd van januari tot en met juni meer zonne-en windenergie dan fossiele energie gebruikt voor de opwekking van elektriciteit. Voor Nederland, Duitsland, België en Hongarije was dat dit jaar voor het eerst.