Mirjam de Rijk: ‘Als bedrijven publieke taken uitvoeren, lijdt de samenleving’
Interview Mirjam de Rijk
Bedrijven rukken op in de zorg en andere publieke sectoren. Daar is de samenleving niet bij gebaat, stelt Mirjam de Rijk. ‘Het gaat niet om de dienstverlening, maar om snel rendement.’
Drop, auto’s, plastic zakjes, voetballen: bedrijven maken ze, verkopen ze en maken er winst op. Logisch. Maar is het ook logisch om commerciële bedrijven publieke taken te laten uitvoeren, zoals het runnen van ziekenhuislaboratoria of het verlenen van geestelijke gezondheidszorg of ouderenzorg? En is het logisch dat ze tandarts- en dierenartspraktijken bezitten, of kinderopvangcentra?
Waarom niet, kan je zeggen. Bedrijven hebben een winstoogmerk en willen hun kosten zo laag mogelijk houden. Ze werken vaak efficiënter dan overheden, stichtingen en andere instellingen die niet op winst zijn gericht.
Hierom niet, kan je ook zeggen: want de winst die bedrijven maken, wordt door iemand betaald. Door de klant, de patiënt en de verzekeraar die de nota’s van het onderzoekslab en de tandarts voldoen. Door de oudere die in een woon-zorgflat woont. Door de ouders en de overheid die voor kinderopvang betalen. Die ‘winstkosten’ zijn er bij niet-winstgerichte instellingen niet.
[…]
“Ook in de volkshuisvesting – ooit gezien als een publieke aangelegenheid, maar wie ziet het nog zo? – is bewust gekozen voor een grotere rol voor commerciële partijen. Corporaties kregen allerlei beperkingen opgelegd, terwijl beleggers in de watten werden gelegd. In mijn boek noem ik, als het om volkshuisvesting gaat, drie soorten oorzaken voor de opkomst van de commerciële partijen: bewust beleid, geen beleid en dom beleid. Neem de hypotheekrente-aftrek en diverse subsidies. Die hebben er alleen maar toe geleid dat huizen duurder werden.”