‘Ik voel me een echte Rotterdammer’

letter, handwriting, ink
Photo by 777546 on Pixabay

Ishmail Kamara (34) moest wennen in Rotterdam, nadat hij in 2012 zijn dorp in Sierra Leone was ontvlucht. Nu is hij ambtenaar, dichter-schrijver en stadsgids, en geeft workshops op scholen. „Dat ik een goede baan heb, geeft me rust.”

Ishmail: „In 2012 ben ik gevlucht uit mijn geboorteland Sierra Leone. Daar was ik rijstboer. Ik had andere meningen dan de mensen om mij heen en kwam daardoor in conflict met mijn omgeving. Maar daar praat ik liever niet over, dat doet nog steeds pijn.” „Via omzwervingen belandde ik in Rotterdam. Dat was een enorme overgang, in Sierra Leone kende ik alleen mijn dorp. Ik woonde daar niet ver van de hoofdstad, maar was er nooit geweest. Ik arriveerde op Rotterdam Centraal. Ik had nog nooit zoveel fietsen en witte mensen gezien. Ik vond het eng, vooral de Kruiskade. Ik zag daar wel zwarte mensen, maar die hadden dreadlocks, tatoeages en gouden tanden. Voor mij was Rotterdam een wilde stad. Maar het wende toen ik andere mensen leerde kennen die me de weg wezen. Nu is de Kruiskade mijn favoriete straat, met z’n toko’s en goedkope kleding. Ik ga er ook naar de kapper. Inmiddels ben ik stadsgids geworden en geef ik rondleidingen door het Oude Westen en Katendrecht.

[…]

Schrijver

„In Sierra Leone ben ik drie jaar naar de middelbare school geweest. Door de oorlog en doordat mijn vader het niet meer kon betalen, moest ik van school en ben ik net als mijn vader boer geworden. Dus toen iemand hier tegen me zei dat ik zo poëtisch sprak en dat er misschien wel een dichter in mij schuilging, zei ik meteen: ‘Nee, onmogelijk.’

„Ik had al wel ontdekt dat ik de teksten en gedichten op de muren in Rotterdam zo mooi vond als ik rondzwierf op straat. Ik wist niet dat het kunst was. Diezelfde persoon moedigde me aan om toch eens iets op te schrijven. Dat lukte, het werd mijn eerste gedicht, over mijn spiegelbeeld: ‘When I look in the mirror, I see a man who looks like me. I smile and say to him: so many of my smiles begin with you.

[…]

Belvédère Verhalenhuis

„Sinds twee jaar ben ik statushouder. Ik heb nu een appartement in Hoogvliet en werk als ambtenaar bij de gemeente Rotterdam: ik ben gastheer bij Lokaal Cultureel Centrum Romeynshof in Ommoord. De ene week werk ik overdag, de andere ’s avonds, 32 uur per week in totaal. Dat ik nu een goede baan heb, geeft me rust. De Romeynshof is een sociale plek waar ik mensen ontmoet. Ik word er blij van. Dat geeft me weer de ruimte om kunst te maken. Ik heb één dag per week vrij, dan treed ik op, bijvoorbeeld bij het Belvédère Verhalenhuis op Katendrecht. Dat voelt als mijn ouderlijk huis, ik heb mij daar kunnen ontwikkelen als dichter en schrijver, heb er vrienden gevonden die net als ik van cultuur houden. Belvédère heeft me ook een podium gegeven voor mijn werk.

[…]

„Mijn toekomst is nu helder. Die ligt in Nederland. Ik voel me een echte Rotterdammer, ben hier ingeburgerd en wil een bijdrage leveren aan de Nederlandse literatuur en cultuur. Rotterdam is mijn muze, mijn moeder. Ze heeft me omarmd, beschermd en gevormd. Hier heb ik een nieuwe identiteit ontdekt. De stad inspireert me nog steeds en ik ben ontzettend blij dat ik hier nu officieel mag wonen. Ik wil hier nooit meer weg.”