INSTALLATIE: ‘Ze beloofden een extraparlementair kabinet, maar we kregen extra racistisch’

De jonge liberalen wijzen de VVD-top graag op de liberale beginselen als het populisme binnen de partij weer de kop opsteekt. „Als ministers niet bij de JOVD hebben rondgelopen, redeneren ze sneller vanuit de onderbuik.”

ls PVV’ers Marjolein Faber en Reinette Klever op het bordes staan, zeg ik mijn VVD-lidmaatschap op”, belooft Pim Tolmeijer, bestuurslid van de liberale jongerenvereniging JOVD. Voor hem is de grens dan bereikt. „Eerst leugens over de rug van asielzoekers met de nareis-op-nareis van Yesilgöz. En nu samen met extreemrechtse types in een kabinet. Door deze PVV-politici een plek in het centrum van de macht te geven, beschouw je ze als legitieme samenwerkingspartners. Ik kan niet meer met droge ogen beweren dat de VVD een liberale partij is om op te stemmen”, zegt hij.

Tolmeijer zit op een bank in het Haagse kantoor van de liberale jongerenorganisatie, die werd opgericht in 1949 en veel VVD-prominenten voortbracht. Met schuin tegenover hem Mauk Bresser, de voorzitter. De twee laten zich vaker kritisch uit over de koers van de moederpartij, maar op dit moment gaat „de discussie niet meer over hoeveel belasting we willen betalen en hoe hard je mag op de snelweg, maar over het bewaken van de absolute democratische ondergrens”, zegt Bresser.

Niet altijd wordt hun kritiek de twintigers in dank afgenomen. Nadat Bresser onlangs voorbijkwam in televisieprogramma’s Nieuwsuur en De Hofbar kreeg hij dreigmailtjes. „Niet helemaal waarvoor ik dit ben gaan doen”, zegt hij eufemistisch.