De buien worden intenser, ziet deze weerman. ‘Wij hebben in Groningen nu het klimaat van Limburg twintig jaar geleden’

De trein naar Roodeschool” by Dondersteen is licensed under CC BY-NC-ND 2.0

Een extreme bui kan aan het meetnetwerk van het KNMI ontsnappen. Uitzonderlijk weer is soms zeer plaatselijk. Jannes Wiersema doet al sinds 1979 weermetingen: „Laatst had ik 46 millimeter. Dat komt steeds vaker voor.”

De ideale weerman is altijd thuis. Jannes Wiersema (58) is zijn hele leven vrijgezel en woont in een vrijstaande woning aan een landelijke weg even buiten Roodeschool in Groningen. Hij woont er al vijftig jaar. „Ik ga wel eens op pad maar ’s avonds ben ik altijd weer thuis.” Aan vakanties doet hij niet. „Dit is ook vakantie.” Dagelijks meet hij de weersomstandigheden: temperatuur, zonneschijn, wind en luchtvochtigheid voor zijn eigen website, en ook meet hij, uitgerust met een officiële gestandaardiseerde neerslagmeter, voor het KNMI de gevallen neerslag.

Elke dag om 8.55 uur, in de zomer exact een uur later, staat Wiersema in zijn tuin – één groot gazon – waar de meetinstrumenten zoals de regenmeter zich bevinden. „Vanmorgen had ik 2,6 millimeter”, vertelt hij bij de koffie, starend uit het raam waarachter opnieuw een malse bui valt. „Maar laatst had ik 46 millimeter. Dat komt steeds vaker voor.”

Wiersema is een van de ruim driehonderd vrijwillige waarnemers op wie het KNMI deels vertrouwt voor neerslagmetingen. Die worden elk jaar belangrijker, nu door klimaatverandering droogte en extreme neerslag het land regelmatig teisteren. Gemiddeld valt er maandelijks 60 tot 70 millimeter regen in Nederland, maar die hoeveelheid kan op een grillige zomerdag ook in enkele uren vallen. Zo viel vorige week in enkele dorpen in de Achterhoek zelfs ruim 100 millimeter, met onder meer overstromingen van snelwegen en een ondergelopen parkeerkelder tot gevolg.

Meteoroloog Rob Groenland van het KNMI: „De neerslag kan per dorp spectaculair verschillen. Het ene dorp krijgt 100 millimeter, het volgende helemaal niets.” Dat buien lokaal vallen, is niet nieuw, wel dat de buien zo zwaar zijn. Groenland: „Door de opwarming van de aarde bevat de lucht meer waterdamp en daardoor zijn buien veel zwaarder dan pakweg twintig of dertig jaar geleden. Dat is zorgelijk.”

Ook weeramateur Jannes Wiersema merkt dat buien intenser zijn geworden. „Een bui met 20 millimeter noemden wij hier vijftig jaar geleden een dikke bui. Inmiddels vinden we 30 millimeter al bijna normaal.”

Er zijn nog steeds genoeg mensen die menen dat klimaatverandering een verzinsel is. „Terwijl er elke week wel ergens in Nederland een overstroming is waarvan vroeger werd gezegd dat die maar eens in de honderd jaar zou voorkomen. Nou, daar denken ze in Limburg inmiddels wel anders over. Mensen krabben zich bij al die overstromingen achter de oren of ze daar wel willen blijven wonen.” Klimaatverandering is onmiskenbaar, zegt Wiersema. „Wij hebben nu het klimaat van Limburg twintig jaar geleden. We kunnen hier heel goed druiven telen. Dat kon je twintig jaar geleden vergeten.”