Kabinet slaat aanbevelingen VN-rapporteur in de wind
Huren en recht
Het advies van de VN-rapporteur voor goede huisvesting krijgt van het kabinet weinig opvolging. Terwijl er veel moet gebeuren om het recht op wonen beter in beleid te verankeren.
Begin maart bracht Balakrishnan Rajagopal zijn adviesrapport uit. Deze zogeheten ‘Speciaal Rapporteur voor het recht op adequate huisvesting’ heeft daaraan voorafgaand een uitgebreid werkbezoek in Nederland afgelegd. De sloop van de Rotterdamse Tweebosbuurt was aanleiding voor het onderzoek. Namens de Verenigde Naties beoordeelde rapporteur Rajagopal vooral hoe het Nederlandse woonbeleid met mensenrechten omspringt.
Kabinet wil het recht op wonen niet in grondwet
Namens het kabinet heeft minister Hugo de Jonge gereageerd op het rapport. Daarin noemt hij dat veel aanbevelingen opgevolgd worden door beleid dat al in gang is gezet. Zoals afspraken over nieuwbouwwoningen, het aanpakken van fout verhuurgedrag en het maximeren van huurprijzen. Andere aanbevelingen wijst hij af, zo is De Jonge niet bereid om het recht op adequate huisvesting in de grondwet op te nemen.
Recht op onderdak of streven naar meer woningen?
Het recht op wonen wel of niet opnemen in de grondwet maakt veel verschil. De aanbeveling van de VN-rapporteur is dat iedereen die legaal in Nederland verblijft, toegang zou moeten hebben tot sociale huisvesting. De reactie van minister De Jonge op deze aanbeveling is: ‘Samen met woningcorporaties, gemeenten en andere partners streef ik naar een hogere jaarlijkse realisatie van betaalbare woningen’. Hoewel de VN-rapporteur moest toegeven dat in het huidige beleid na jaren van afbraak weer stappen de goede kant op zijn gezet, legt De Jonge veel kritiek te makkelijk naast zich neer.
Rotterdamwet en Tweebosbuurt
In plaats van lering te trekken over hoe de positie van bewoners bij sloop-nieuwbouw te verbeteren, doet De Jonge dit af als gemeentelijk beleid waar nou eenmaal democratisch toe is besloten. Ook schrijft de minister in zijn reactie wel over hoe discriminatie door verhuurders wordt tegengegaan, maar gaat hij niet in op hoe de overheid zelf discrimineert op basis van de Rotterdamwet. Met de Rotterdamwet kan een gemeente bijvoorbeeld mensen op basis van hun inkomen de toegang tot huisvesting in een bepaalde wijk ontzeggen.
Tijdelijke huurcontracten
Waar de minister ingaat op tijdelijke huurcontracten die door een initiatiefwet weer aan banden worden gelegd, wordt er over de uitzonderingen heengestapt waardoor veel groepen (zoals studenten) alsnog met tijdelijke contracten worden opgezadeld. Over antikraak, waar bewoners amper rechten hebben en makkelijk weer op straat kunnen worden gezegd, komt hij niet verder dan dat er afspraken met de leegstandbeheerders zijn gemaakt en er een keurmerk is gekomen.
Bijschaven niet genoeg voor bestrijding wooncrisis
De Woonbond had meer verwacht van het kabinet. Dat De Jonge in de kabinetsreactie veel van zijn ingezette beleid aanhaalt is volgens de bond terecht, maar dat is niet meer dan een correctie op het eerdere beleid dat tot de wooncrisis geleid heeft.
Met alleen huizen bouwen is de wooncrisis niet voorbij.
Zo’n uitgebreide serie aanbevelingen over een grondrecht vraagt om meer dan een reactie die neerkomt op ‘We doen het al goed, en we gaan eigenlijk niets beter doen naar aanleiding van deze aanbevelingen’.
Huisvesting is een mensenrecht. En geen handelswaar of liefdadigheid van de overheid of wie dan ook. Nederland heeft een paradigmaverschuiving nodig om dat te erkennen.