FORMATIE: Taal’virtuositeit’ als beleidsoplossing: omvolking wordt demografische verandering, natuurinclusieve landbouw wordt landbouwinclusieve natuur
De snippers natuur waar het nieuwe kabinet over spreekt zijn eigenlijk parels
Natuurbeleid Het nieuwe kabinet ziet de Nederlandse natuur graag ingekaderd in „robuuste gebieden”. Ecologen waarschuwen: zo kun je de natuur juist kwetsbaarder maken.
Op het eerste gezicht klinkt het nog niet eens zo gek, dat ene zinnetje in het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet. Een ‘hoofdstructuur van robuuste natuurgebieden’ waarbij nadrukkelijk géén sprake is van ‘snippernatuur’ – wat kan daar op tegen zijn?
Bijna tachtig jaar geleden omschreef dichter J.C. Bloem de Nederlandse natuur al als „een stukje bos, ter grootte van een krant”. Dus waarom dan niet streven naar een aaneenschakeling van kloeke natuur, weg met al die versnippering? Omdat dat weleens de doodsteek zou kunnen zijn voor de biodiversiteit, waarschuwen ecologen. De waarde van een natuurgebied laat zich niet alleen afmeten aan de omvang, maar zeker ook aan de samenstelling en de locatie.
[…]
Het omringende land
Soons is het eens met het belang van abiotische factoren. „In sommige geïsoleerde gebieden wordt na het herstel van de milieuomstandigheden maaisel – letterlijke snippernatuur – toegevoegd om de biodiversiteit een boost te geven. Dat kan helpen om het gebrek aan connectiviteit tussen gebieden te overbruggen. En een goede milieukwaliteit zorgt ervoor dat natuurgebieden belangrijke functies zoals CO2-opslag optimaal kunnen uitvoeren.”
Voor effectief beheer is het wel nodig om óók te kijken wat er gebeurt in het omringende land, zegt Kleijn. „Je wilt ook graag dat soorten in staat zijn om in boerenland te gedijen, of je het nu natuurinclusieve landbouw noemt of – zoals in het hoofdlijnenakkoord – landbouwinclusieve natuur. Daarin zijn juist natuursnippers zoals een bloemrijke berm rond een akker essentieel.”
Variatie en heterogeniteit zijn onmisbaar, benadrukt Kleijn. „Wij mensen zijn er heel goed in ons land te homogeniseren, maar met de steeds extremer wordende weersomstandigheden staan de soorten op het ene moment te verzuipen en het volgende moment te verdrogen. Je hebt binnen een gebied gradiënten nodig, landschappelijke variatie.”
En die variatie is óók nodig voor de mens. „Stel dat je alleen nog een paar grote natuurgebieden overhoudt, dan moeten veel mensen verder reizen om te kunnen recreëren. Daar is vrijwel niemand blij mee. Het grote publiek maakt juist veel gebruik van die snippernatuur.” Soons: „Als je natuurparels niet bewaart, dan verdwijnen ze in de vergetelheid. Terwijl ze juist belangrijk zijn om aan toekomstige generaties te tonen: dit is wat er mogelijk is als we goed voor de natuur zorgen.”
Drempelwaarden Bossen voor vogels
In 2022 voerden onderzoekers van de Universiteit Utrecht met internationale collega’s een inventarisatie uit van ruim 700 bosgebieden wereldwijd. Daaruit bleek dat de bescherming van kleine gebieden (van 50 hectare of meer) zinvol is voor het behoud van vogelsoorten, vooral bij strikte bescherming.
Voor vogelsoorten die echt van het bos afhankelijk zijn geldt dit in nog sterkere mate, al vanaf gebieden van 25 hectare. Hoofdauteur Robert Timmers: „Hoewel ons onderzoek zich uitsluitend richt op bossen en vogels, kan worden aangenomen dat voor andere ecosysteemtypen – zoals heide en natuurlijke graslanden – en soortengroepen – bijvoorbeeld planten of insecten – deze drempelwaarden waarschijnlijk nog lager zullen zijn vanwege de kleinere schaal van deze ecosystemen. Gras- en kruidachtige vegetatie groeit namelijk veel dichter op elkaar dan bomen en kan op een vierkante meter dus meer soorten herbergen.”