De overheid jaagt mensen angst aan, ziet de staatscommissie: ‘Hoe kunnen overheidsdienaren zich zo koud opstellen?’
Henk Kummeling | voorzitter Staatscommissie rechtsstaat
De burger raakt ontmoedigd in een woud van regels, plichten en boetes, concludeert de Staatscommissie rechtsstaat in haar onderzoek naar de relatie tussen burger en overheid. En hulp van ambtenaren blijft uit.
„Een samenleving waarin burgers door en tegen de overheid beschermd zijn, invloed hebben op de overheidsmacht en ondersteuning krijgen als dat nodig is.” Dat is de belofte van de rechtsstaat, zoals geformuleerd door de Staatscommissie rechtsstaat. Die belofte, zo concludeert deze commissie in haar maandag gepubliceerde rapport, is gebroken.
Er zijn zestig armoederegelingen en die zijn ingewikkeld. Als je een fout maakt, krijg je een boete. Je bent bang om de boete te krijgen, je bent bang om terug te moeten betalen, waardoor veel mensen denken: laat maar zitten.
Aanleiding voor het rapport is de Toeslagenaffaire. Jarenlang had de Belastingdienst tienduizenden mensen onterecht als fraudeurs bestempeld. Op initiatief van de Tweede Kamer werd de Staatscommissie rechtsstaat opgericht. Die moest verder kijken dan alleen de Toeslagenaffaire, en onderzoeken hoe het is gesteld met de verhouding tussen burger en overheid.
Juist ambtenaren die met burgers contact hebben, moeten begrijpen dat ze moeten handelen in dienst van die burger. Een „rechtsstatelijk kompas”, noemt de staatscommissie dat.
„Er is vaker onderzoek gedaan naar het functioneren van de rechtsstaat, maar dit is de eerste keer dat het burgerperspectief als uitgangspunt is genomen”, zegt Henk Kummeling, voorzitter van de commissie. Tevens is hij rector magnificus van de Universiteit Utrecht en hoogleraar staatsrecht. Kummeling is geschrokken van de bevindingen. De overheid jaagt mensen angst aan, wat Kummeling wel snapt: „Hoe meer verhalen je hoort, hoe meer je je afvraagt: hoe kunnen overheidsdienaren zich zo koud opstellen?”