FORMATIE: Bijstand en AOW worden losgekoppeld van minimumloon, de naoorlogse welvaartsstaat definitief afgebroken
COLUMN Peter de Waard
Het was het puntje op de i van de naoorlogse welvaartsstaat. Op 1 juli 1974 werd onder het kabinet-Den Uyl een akkoord bereikt over een bestaansminimum voor alle Nederlanders. De netto AOW en de bijstand werden gekoppeld aan het netto minimumloon, dat vijf jaar daarvoor was ingevoerd. Als het wettelijk minimumloon met 4 procent steeg, gingen ook deze uitkeringen met eenzelfde percentage omhoog.
Deze netto-netto koppeling werd een permanent ijkpunt in de sociaal-politieke verhoudingen in het land. Hij overleefde zelfs de neoliberale golf en paarse kabinetten van de jaren negentig. Maar na vijftig jaar lijkt ook aan die zekerheid een einde te komen. De partijen achter het hoofdlijnenakkoord van het kabinet-Schoof vinden het te duur. Elke keer als het minimumloon stijgt, moeten ook miljarden extra worden uitgegeven aan de AOW en de bijstand.
Vooral de BBB is tegen, omdat veel mensen met een riante pensioenuitkering die AOW in de ogen van Caroline van der Plas niet echt nodig hebben. Dat geld verpietert op spaarrekeningen, of wordt doorgegeven aan de kinderen. Daarom torpedeerde de BBB onlangs in de Eerste Kamer een verhoging van 1,2 procent van het wettelijk minimumloon.
Er is zeker een deel van de 67-plussers die ook zonder AOW voldoende inkomen heeft. Maar het is een een minderheid. Van de 3,5 miljoen gepensioneerden in Nederland, moeten liefst 600 duizend het doen metalléén een AOW-uitkering. Daarnaast zijn er nog eens 1,5 miljoen ouderen met een pensioen van minder dan 400 euro. Ook daar is schraalhans keukenmeester. En tenslotte zitten er ook nog 400 duizend in de bijstand.
Als de nieuwe regering de armoede en ongelijkheid in Nederland wil bestrijden, zou de koppeling moeten blijven. Ook het minimumloon moet omhoog. Bij de invoering van het minimumloon in 1969 bedroeg dat 70 procent van de mediaan – het middelste van de lonen die betaald werden. In 2023 was dat gedaald tot ruim 40 procent van die mediaan. Reden is dat er bij de bepaling van het minimumloon geen rekening is gehouden met de periodieken, bonussen en andere opslagen die mensen met een cao-loon wel krijgen.
Er is een Europese richtlijn, waarvoor Agnes Jongerius een lans heeft gebroken, die bepaalt dat het minimumloon 60 procent van die mediaan moeten zijn. Dat betekent dat het wettelijk minimumloon fors zou moeten worden verhoogd: niet met 1,2 procent maar misschien wel 12 procent. Maar als de koppeling in stand zou moeten blijven, moet het Rijk miljarden extra uittrekken voor de AOW en de bijstand.
De BBB, NSC en VVD willen daarom van de koppeling af. De mensen die daardoor onder de armoedegrens belanden, moeten worden gecompenseerd worden met onzalige en fraudegevoelige toeslagen. Dat is een heilloze weg.
Gepensioneerden voor wie de AOW een luxe is, zouden beter fiscaal kunnen worden aangepakt. Bijvoorbeeld door de 1ste en 2de schijf in de inkomstenbelasting voor AOW’ers fors te verhogen. Maar het verbreken van de koppeling, na precies vijftig jaar, betekent dat de naoorlogse welvaartsstaat definitief is afgebroken. De i moet verder zonder punt.