FORMATIE: Mona Keijzer had, aldus Mona Keijzer, niks haatdragends gezegd. Arnon Grunberg had het alleen zo gehoord

Franz Kafka Books and Memorabilia – Bookstore – Prague, Czech Republic” by Adam Jones, Ph.D. – Global Photo Archive is licensed under CC BY-SA 2.0

Arnon Grunberg zou vrijdagavond in Sophie & Jeroen vertellen over Kafka, maar eerst wilde rechter Jacco Janssen zijn zorg uiten over het voornemen uit het hoofdlijnenakkoord om taakstraffen af te schaffen voor de bestraffing van geweld tegen hulpverleners. Janssen legde uit dat rechters op deze manier geen maatwerk meer kunnen verrichten […].

Mona Keijzer, beoogd BBB-minister en medeauteur van het hoofdlijnenakkoord, was niet onder de indruk van Janssens scenario. ‘Iedereen in Nederland heeft de afgelopen jaren gezien dat geweld tegen hulpverleners steeds meer voorkomt. Ik vind het te gek om los te lopen.’ Daarom willen zij en haar BBB-collega’s ‘ervan af.’

[…]

Straks zou Grunberg het over Kafka gaan hebben, maar eerst nog even over dat hoofdlijnenakkoord, waarin heel veel staat over asielmigranten, en heel weinig over arbeidsmigranten – terwijl die laatste groep veel groter is. ‘Bij asielmigranten is tweederde na een jaar of vijf weer weg’, wist Keijzer. Of nee, ze bedoelde arbeidsmigranten. ‘Ik wist dat ik iets verkeerds zei.’ Maar, vroeg Sophie Hilbrand, de toestroom van arbeidsmigranten drukt toch net zozeer op onze voorzieningen? Keijzer stelde haar gerust, het nieuwe kabinet zou nagaan welke arbeidsmigranten wel en niet welkom zijn. Medewerkers van distributiecentra bijvoorbeeld niet, tomatenplukkers wel. Oké, vatte Hilbrand samen, dus arbeidsmigratie moet volgens de BBB afnemen, maar niet binnen de groep waar de BBB-achterban gebruik van maakt? Keijzer, bloedserieus: ‘Dat is correct.’



Nog even dan, voordat Grunberg het over Kafka zou hebben, over het plan kennis over de Holocaust verplicht te stellen binnen integratiecursussen. ‘Wat je ziet’, legde Keijzer uit, ‘is dat veel asielmigranten uit landen komen met een islamitisch geloof. En we weten dat Jodenhaat daar onderdeel is van de cultuur.’ Best een heftige uitspraak, zei Hilbrand. Keijzer vond van niet. Grunberg vond van wel. ‘Ik denk niet dat we moeten doen alsof Jodenhaat puur een probleem is van mensen met een islamitische achtergrond’, zei hij. ‘Daarmee speelt u twee minderheden tegen elkaar uit.’ Grunberg herinnerde Keijzer eraan dat in een rechtsstaat iedereen onschuldig is tenzij anders bewezen. ‘Nu zegt u: iedereen die uit een land komt waar de islam de belangrijkste religie is, is bij voorbaat verdacht.’

Nee hoor, zei Keijzer, zo had ze het niet gezegd. Zo had Grunberg het alleen gehoord.

Hij zou het straks over Kafka gaan hebben.