FORMATIE: Deze vorm van bestrijden van antisemitisme stinkt
Jodenhaat
Dat Joden door rechtse partijen worden gebruikt als stok om andere minderheden mee te slaan, maakt ons niet veiliger, schrijven Lilit Zeltsburg c.s.
Sinds 7 oktober is de discussie over antisemitisme weer terug van nooit weggeweest. Er is een zorgwekkende toename van het aantal meldingen van antisemitische incidenten. Ook in onze eigen omgeving merken we dat mensen die zichtbaar Joods zijn, regelmatig worden uitgescholden of zelfs aangevallen op straat. Veel Joden ervaren daarnaast dat mensen hen persoonlijk verantwoordelijk houden voor de door het Israëlische leger aangerichte slachting in Gaza. „Het gevoel gezien te worden als een woordvoerder voor de staat Israël”, zo omschreef een vriendin het. Uit vrijwel alle gesprekken met Joodse vrienden en kennissen, ongeacht hun leeftijd of politieke opvattingen, spreekt een gedeelde ervaring: grote bezorgdheid en een gevoel van eenzaamheid.
Hoe pakken we deze opleving van Jodenhaat aan? In deze discussie duiken voortdurend zelfverklaarde antisemitisme-experts op, die beter dan wie dan ook menen te kunnen duiden waar werkelijk sprake is van Jodenhaat, en waar het begrip misbruikt wordt. Velen van hen zijn niet zelf Joods, maar komen elke keer als het over antisemitisme gaat weer opdraven in de talkshows. Onlangs deed ook VVD-leider en demissionair minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgöz een duit in het zakje. Dat deed zij door na een overleg met Joodse en maatschappelijke organisaties over antisemitisme, te opperen dat we moeten kijken naar het Duitse model: een zogeheten ‘verklaring van verbondenheid’ waarin nieuwkomers plechtig moeten beloven om ‘Joods leven te beschermen’ als onderdeel van het inburgeringsproces.
Cynische troefkaart
De verantwoordelijkheid voor het voorkomen van antisemitisme in de schoenen van migranten schuiven, zoals Yesilgöz hier doet, is een cynische troefkaart die de rechterflank van het politieke speelveld maar al te graag inzet. Onder het mom van zogenaamde ‘joods-christelijke waarden’ wordt het valse narratief dat Joden en christenen een harmonieuze gezamenlijke geschiedenis hebben, met een gedeeld waardenstelsel, tegenover de – meestal islamitische – Ander geplaatst. Eeuwen van bloedig christelijk antisemitisme worden zo achteloos onder het tapijt geveegd.
Wat vervolgens uitblijft, is toewijding aan een serieuze aanpak van antisemitisme, samen met andere vormen van racistisch gedachtegoed. Antisemitisme staat immers nooit op zichzelf. Het is onderdeel van een wereldbeeld waarin mensen van verschillende culturele, etnische en religieuze achtergronden niet worden gezien als gelijkwaardig. Het is onderdeel van hetzelfde wereldbeeld waarin racistische vooroordelen en karikaturen met hand en tand worden verdedigd als onderdeel van de ‘Nederlandse cultuur’, of waarin een hele religie wegzetten als een ‘gewelddadige ideologie’ allang niet meer met walging wordt ontvangen. Niet voor niets is antisemitisme een onlosmakelijk onderdeel van complottheorieën over bijvoorbeeld ‘omvolking’, internationale financiële instellingen of schimmige elites die kinderbloed drinken. In de meest extreme ideologieën is antisemitisme vaak de lijm die verschillende vormen van racisme en discriminatie met elkaar verbindt tot een alomvattende totaalvisie.
Liever grijpen rechtse politici demonstraties tegen de slachtpartij in Gaza aan om een eigen politieke agenda door te drukken
Maar voor mensen als Yesilgöz, Rutte en Wilders, de heldhaftige redders van het Joodse volk, komt het slecht uit om de ware aard van antisemitisme onder ogen te zien. Liever grijpen ze demonstraties tegen de slachtpartij in Gaza aan om een eigen politieke agenda door te drukken. Zo kunnen rechtse partijen pleiten om de deur dicht te doen voor mensen die vluchten van oorlog en onderdrukking en met droge ogen beweren dat niet uit racisme te doen, maar om Joden te beschermen. Zo worden Joden tot het gezicht gemaakt van het conservatieve en racistische gedachtegoed – waar zij zelf ook slachtoffer van zijn. Wanneer Joden vervolgens zelf de discriminatie aankaarten die zij meemaken, worden ze vaak niet serieus genomen, omdat anderen namens hen al te vaak ‘wolf!’ hebben geroepen.
Extreem-rechtse dreiging
Nog maar een paar weken geleden herdachten we het feit dat zes miljoen Joden, een half miljoen Sinti en Roma en nog honderdduizenden andere mensen die gezien werden als ‘onwenselijk’ vermoord zijn door veelal doodgewone Europeanen met ‘grote zorgen’ over hun toekomst. Strenger migratiebeleid had die miljoenen mensen niet gered: zij waren zélf de geracialiseerde minderheid die uitgeroeid moest worden. Dat Joden nu telkens worden gebruikt als stok om andere minderheden mee te slaan maakt ons ook nu niet veiliger. Wanneer het alleen maar gaat om de inburgering van nieuwkomers, maar nooit over de dreiging van extreem-rechtse groepen bij wie Jodenhaat een centraal onderdeel van hun wereldbeeld vormt, dienen we dat te wantrouwen en bevragen.
Partijen die antisemitisme serieus willen bestrijden, moeten bereid zijn om het op te nemen voor alle groepen die met discriminatie te maken hebben en álle vormen van racisme even krachtig bestrijden. Het nieuwe regeerakkoord, opgesteld met de openlijk islamofobe en racistische PVV, belooft in dat opzicht alleen maar achteruitgang.
Taalverruwing is uw verdienste, voorzitter
COLUMN SJOERD DE JONG
Grossieren in gotspes – je kunt er inmiddels elke dag van genieten. Een goed voorbeeld leverde Kamervoorzitter Martin Bosma, toen hij zich na jaren van eigen provocaties, opstokerij en licht ontvlambare taalvondsten ineens bekreunde over „verruwing van het debat”. Omdat een Kamerlid een partij – ja, die van Bosma – had betiteld als „extreemrechts”. Kon echt niet door de beugel, vond de voorzitter, want dat was een „nazi-vergelijking”.
Aldus de man die de door hem zo geliefde Nederlandse taal heeft verrijkt met subtiliteiten als „kopvoddentaks”.
Later probeerde de voorzitter consequent te zijn door – na stevig aandringen van Kamerleden – te mompelen dat hij ook de aanduiding ‘666’ voor D66 niet gepast vond.
Toch een beetje potsierlijk. In zijn jaren als rechtse Provo – tot vorig jaar – beleefde de voorzitter sardonisch plezier aan de bewering dat het nazisme nou juist heel „links” was.
Het etiket extreemrechts was „een verzinsel van Stalin en de Frankfurter Schule”, aldus zijn fijnzinnige debatbijdrage De schijn-élite van de valsemunters (2010). Liever had hij het over „(nationaal-)socialisme”. Goeie help! Volgens die definitie zijn we op het nippertje ontsnapt aan een (nationaal-)socialist, PvdA-lid immers, als premier.
Hitler als linkse gekkie. Lachen, en nog waar ook, volgens de anti-intellectuele intellectueel Bosma. Geeft niet, hij was er tenslotte niet bij toen de Führer op een partijbijeenkomst in Bamberg al in 1926 afrekende met de ‘socialistische’ en ‘democratische’ elementen onder zijn aanhang.
Ja, de nazi’s waren (in woord) antikapitalistisch, het Finanzkapital was heel Joods, tenslotte. Maar de grote vijand bleef het ‘Joodse bolsjewisme’, in nazi-ogen een onafscheidelijk paar. Maar goed, als Hitler links was dan zullen Lenin en Stalin wel rechts zijn geweest, niet?
Weet u wat verruwing is, voorzitter? Journalistiek onderzoek naar de feiten rond een patent verdacht maken als laster, smaad en een georganiseerde hetze, zoals PVV-twitteraars nu doen.
Ook een tikje ruw: ‘omvolking’, een begrip met – laten we zeggen – extreemrechtse connotaties, als slagzin gebruiken om vermeende elitaire volksverraders aan te klagen.
Of: beweren dat Palestijnen geen ‘echt’ volk zijn maar een of ander samenraapsel, zoals PVV’er Raymond de Roon pas nog deed. Zoals over het jodendom in donkere tijden – in het boek van de echte Leider – werd beweerd dat het geen ‘echte’ religie was maar een parasitaire dekmantel.
Of: een ‘crisiswet’ willen, conform het autoritaire adagium van de (nationaal-socialistische) jurist Carl Schmitt dat de ware soeverein degene is die de noodtoestand uitroept.
De geest van de PVV wordt al aardig vaardig over het land – noem dat maar eens geen verruwing.