Natuur & Milieu: ‘Burger moet centraal staan in nieuw mobiliteitsbeleid, niet de auto’
OPINIE
De dagelijkse filerealiteit is helemaal terug. Met irritatie bij automobilisten én een vervuild Nederland tot gevolg. De burger moet centraal staan in nieuw mobiliteitsbeleid, stellen Rob van Tilburg en Willem Streefkerk. Rob van Tilburg en Willem Streefkerk zijn directeur en campagneleider bij Natuur & Milieu.
Vrijwel niemand reist zomaar; mensen willen ergens heen, naar werk en winkels, familie en vrienden, naar school of sportclub. Afgelopen jaren zijn deze bestemmingen echter voor veel mensen steeds verder weg komen te liggen: een op de vijf bedrijventerreinen is slecht bereikbaar met het ov en vaak ver met de fiets, ziekenhuizen zijn geconcentreerd en lokale winkels worden gesloten. Tel daar de verschraling van het openbaar vervoer bij op en niemand zal verbaasd zijn dat autoverkeer maar blijft groeien. En vaststaan.
Met een mix van wonen, werken en voorzieningen maken we levendige buurten
Ten eerste dat bereikbaarheid van dagelijkse voorzieningen als school, huisarts en supermarkt centraal komt te staan. Leg vast dat deze bereikbaar moeten zijn voor alle vervoersvormen: fietsend, lopend, per ov en auto. Stel daar eenduidige normen voor vast. Hoe vreemd is het immers dat we nu wel een parkeernorm hebben, maar geen norm voor bereikbaarheid met de fiets, lopend of ov?
Ten tweede is nabijheid van voorzieningen cruciaal. Zorg dat woningen worden gebouwd dichtbij waar mensen werken en winkelen. Bouw nieuwe woningen binnen bestaand bebouwd gebied in plaats van afgelegen woonwijken en dicht bij werklocaties en voorzieningen. Met een mix van wonen, werken en voorzieningen zorgen we voor levendige buurten en maken we optimaal gebruik van de schaarse ruimte. Ook zal er meer draagvlak komen voor lokale voorzieningen en meer en beter ov op fiets- of loopafstand.
En ten slotte: gemeenten en provincies hebben ook de kans om ruimtelijke ordening zo vorm te geven dat Nederland eerlijk bereikbaar wordt voor iedereen, niet alleen de automobilist. Dat kost geld, maar levert een veelvoud daarvan op: kortere reisafstanden voor iedereen, gezondere lucht, groenere wijken en meer verkeersveiligheid. De rijksoverheid moet daarom voldoende middelen beschikbaar stellen aan provincies en gemeenten om dit waar te maken. Er ligt een prachtkans om samen de afstand te verkleinen.
Bovendien wordt een grote groep burgers die geen auto heeft, het leven zo knap lastig gemaakt: denk aan mensen met een beperking, scholieren of zij die geen auto kunnen of willen betalen. Nieuw TNO-onderzoek wijst uit dat 175.000 huishoudens risico hebben op bereikbaarheidsarmoede: zij moeten veel autokilometers reizen om bij werk te komen, hebben een laag inkomen en wonen op een plek die niet bereikbaar is met ov.
En het prijskaartje dat hangt aan druk autoverkeer is vieze lucht en gezondheidsproblemen, verkeersongelukken en klimaatschade. Niet voor niets sloegen gezondheidsorganisaties als KWF en het Longfonds, milieuorganisaties Natuur & Milieu en de Jonge Klimaatbeweging en vakbonden als CNV en FNV de handen in elkaar om dit tij te keren. Gezamenlijk formuleerden we hoe het nieuwe kabinet een draai kan geven aan mobiliteitsbeleid. Dat kan op drie manieren.
Als het nieuwe kabinet alle mensen centraal stelt in vernieuwd mobiliteitsbeleid waarin bereikbaarheid en nabijheid centraal staan. En de doodlopende straat van meer asfalt en automobiliteit durft te verlaten. Voor een veiliger, gezonder en groener Nederland waarin iedereen op verschillende manieren goed kan komen waar hij moet zijn.