Woningmarkt: “In Rotterdam liggen de kansen voor het oprapen”
Hoe herverdeel je de woonruimte, is sloop nodig, wat kun je met leegstand? De architecten van Platform Woonopgave worstelen ook met de wooncrisis. Ze komen alleen met andere oplossingen dan de gemeente en ontwikkelaars.
Uit onvrede over de aanpak van de wooncrisis bundelden Rotterdamse architecten hun krachten en richtten Platform Woonopgave op. Om zo meer aandacht te vragen voor woonkwaliteit, betaalbaarheid, duurzaamheid en gedeeld eigenaarschap van het woongebouw en de stad, voor de lange termijn. De architecten zetten zich af tegen de strategie van overheden en grote ontwikkelaars die met ‘woondeals’ alleen de nadruk leggen op het aantal te realiseren woningen.
Het gesprek met medeoprichters Sanne van Manen en Mark Minkjan begint googelend naar cijfers en krantenartikelen. Opinieartikelen, grafieken, data, uitspraken van experts; alles is potentieel interessant om hun boodschap te versterken. Naast haar baan als architect bij MVRDV werkt Van Manen aan het platform; stadsgeograaf Mark Minkjan is curator aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst. Op de website van Platform Woonopgave staat wie er nog meer betrokken zijn.
Het huidige woonbeleid is vooral op marktdenken gebaseerd; volkshuisvesting is verworden tot woningmarkt
Het collectief verkent een alternatieve aanpak van de wooncrisis, maar is ook een aanmoediging voor architecten om zich te laten horen en beter te organiseren. Want terwijl architecten maar mondjesmaat kennis met elkaar delen en nauwelijks samenwerken, zitten spreekbuisorganisaties als de NEPROM en Bouwend Nederland wél aan tafel bij de minister.
[…]
Wat is het probleem met de huidige aanpak van de wooncrisis?
Van Manen: “Er is collectieve frustratie over dat er niets gebeurt met de kennis uit de sector waardoor oplossingen over het hoofd worden gezien. Het is tekenend dat de wethouder [Chantal Zeegers voor Klimaat, Bouwen en Wonen, red.] op het Stadmakerscongres over ‘leuke geveltjes’ begint, als antwoord op de vraag welk aandeel architecten in de woonopgave hebben.”
Wat is dan de toegevoegde waarde van architecten?
Van Manen: “Rotterdam is een hyperdiverse stad, maar tegelijkertijd worden woningen steeds meer standaardproducten. Woonkwaliteit gaat niet over mooi, maar over een goede woning. Een die past bij de huidige en toekomstige bewoners. Woongebouwen worden steeds anoniemer vormgegeven, terwijl eenzaamheid de maatschappij nu al €2 miljard per jaar kost.” Minkjan: “Een vraag die ons bezighoudt is de herverdeling van woonruimte. Veel empty nesters wonen in relatief grote woningen, maar hebben weinig mogelijkheden om te verhuizen.”
Hoe kijken jullie tegen de nieuwe Woonvisie aan?
“Vooropgesteld: deze visie is veel beter dan de vorige [opgesteld in 2016 onder leiding van toenmalig wethouder Schneider van Leefbaar Rotterdam, red.], maar we missen vooral punten in de uitwerking”, antwoordt Van Manen.
Hoewel betaalbaarheid een van de speerpunten is van de nieuwe Woonvisie, lijkt de gemeente die niet te kunnen garanderen. “Terwijl de visie op wonen niet beperkt moet blijven tot de korte of middellange termijn”, vindt Minkjan. Hij wijst erop dat de vijftien jaar die de gemeente ontwikkelaars oplegt om hun huurprijzen in ‘middenhuur’ te houden, kort is: “Daarna gaan alle remmen los. De gemeente lijkt sowieso minder geïnteresseerd om betaalbaarheid te garanderen dan bijvoorbeeld Amsterdam.” Hij doelt op de maatregelen die de gemeente Amsterdam neemt om middeldure huur voor onbeperkte tijd af te dwingen en ruimte te maken voor collectieve woonvormen.